27
Open de brandstofkraan.
Start de motor nooit in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide, dit is zeer giftig bij inademing!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
De uitlaat en andere motoronderdelen worden extreem heet tijdens het
gebruik. Raak nooit de hete motor aan. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor.
AGGREGAAT STARTEN
Controleer of de dagelijkse zorg werd uitgevoerd volgens het onderhoudsschema
Controleer of er voldoende brandstof in de tank.
Controleer de stroomkabels en elektrische toestand.
Zorg voor voldoende lucht toe en afvoer
Zorg dat er geen machines zijn aangesloten
Brandstoffen kunnen branden en exploderen. Voorkom het
weglopen van olie en benzine. Gebruik geen start hulpmiddelen.
Vermeid open vuur en vonken.
Hitte en nattigheid verstoren het apparaat. Voorkom een
oververhitting en zorg voor voldoende beluchting. Vermeid vocht!!
MET DE HAND STARTEN
1. Oliepeil controleren.
2. Brandstofpeil controleren
3. Aangesloten apparaten van het aggregaat verwijderen
4. Brandstofkraan (4) openen. De kraan hiervoor naar beneden draaien (op on)
5. Bij het starten altijd de chokehendel (boven het luchtfilter) naar links schuiven.
6. Aan/uit schakelaar (16) op de aan stand zetten
7. De trekstarter (10) langzaam eruit trekken tot men enige weerstand voelt. Dan
met korte krachtige beweging aan de trekstarter trekken. De motor begint te
draaien. De motor ca. 2 minuten warmlopen laten.
8. Als de machine start de choke hendel weer naar links schuiven. Let op! Niet
vaker dan drie keer op de choke achter elkaar starten, Dan deze weer op niet