20
Uitlaat ( 15)
De uitlaat van de motor is zeer warm als de motor draait. Raak de uitlaat niet
aan als deze warm is. Gevaar voor brandwonden!
Bougie, bougiedop ( 14 )
De bougie van de motor bevindt zich onder de bougiedop. Bij het afstellen en
het onderhoud moet u altijd de bougiedop van de bougie verwijderen.
.
Olievulplug met peilstok (6)
De motorolie wordt bijgevuld na het verwijderen van de olievulplug. Als u olie
heeft bijgevuld en u kijkt in de invoer dan moet u de olie zien staan (mag er niet
uitlopen). U mag ook de olievulplug/peilstok gebruiken. Deze dan niet in de
opening draaien.
Olieaftapplug (7)
De olieaftapplug bevindt zich aan dezelfde zijde als de peilstok.
Brandstoftank (1)
Onder de tank bevindt zich de brandstofkraan. De tank heeft een inhoud van 15
liter.
13 MACHINE VOOR HET EERSTE GEBRUIK KLAARMAKEN.
1. Wees er zeker van dat alle losse verpakkingsdelen zijn verwijderd van de
machine.
2. Controleer alle onderdelen op beschadiging. Mochten er beschadigingen zijn
meldt dan direct aan de dealer waar u de machine heeft aangeschaft.
3. Controleer aan de hand van deze gebruiksaanwijzing of alle losse delen zijn
geleverd.
4. Onderdelen die nog niet zijn gemonteerd kunnen nu op hun bestemming
geplaatst worden.
5. Benzine, olie bijvullen indien nodig.
6. De machine op de plaats van bestemming brengen.
Gebruiksvoorwaarden.
De machine niet boven 1000meter boven zeespiegel gebruiken. Dit kan de
prestaties van het aggregaat sterk doen afnemen.
De temperatuur mag niet beneden de -5 graden zijn en niet boven de +25
graden. De luchtvochtigheid mag niet groter zijn dan 65%.
Het aggregaat nooit op een bestaand netwerk aansluiten.