Tankinhoud: 1,2 Liter
Tanken alleen in een goed ventileerde ruimte en met een niet draaiende motor. Als de
motor nog warm is moet u deze voor het tanken eerst laten afkoelen. Tank nooit in een
gebouw waar de benzinedampen vlammen of vuurvonken kunnen bereiken.
WAARSCHUWING
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Er kunnen door het gebruik van brandstoffen
verbrandingen, brandwonden of andere verwondingen ontstaan.
Motor uitschakelen en verwijdert houden van vlammen, vonken of hittebronnen.
Alleen in de buitenlucht tanken.
Gemorste benzine direct verwijderen.
6.3 Tanken (Afbeelding. 3)
• Ten minste 3 meter verwijdert zijn van de plaats waar u gaat tanken!
• Tankdop (13) opendraaien.
• Brandstofmengsel met behulp van een trechter in de tank gieten.
Houd rekening met het uitzetten van brandstof, dus de tank niet volledig vullen.
• Tankdop (13) weer goed vastschroeven en eventuele gemorste brandstof direct
verwijderen
6.4 Motor starten (Afbeelding. 4)
• In een koude motor toestand de chokehendel (A) op „OFF“ zetten.
• In een warme motor toestand de chokehendel (A) op „ON“ zetten.
• Stopknop (2) in de achterste positie plaatsen.
• Zachtjes aan de trekstarter (11) trekken, tot u een weerstand voelt, dan 2-3 keer
krachtig aan de trekstarter trekken tot de motor kort aanslaat.
• Chokehendel (A) op „ON“ zetten.
• De trekstarter opnieuw 2-3 keer aantrekken tot de motor aanslaat en in de stationaire
stand loopt.
6.5 Motor uitschakelen
• Stopknop (2) in de voorste positie drukken. Als u de machine opnieuw wilt starten de
stopknop (2) in de achterste positie zetten.
6.6 Gebruik (Afbeelding 5)
Controleer voor de start van de motor:
De brandstofhoeveelheid – de tank moet minimaal half gevuld zijn.
De toestand van de brandstofleidingen.
Zitten de zichtbare schroef/bout verbindingen goed vast.
De grondboormachine moet onbelemmerd kunnen ronddraaien.
1) Zorg ervoor dat u stabiel en veilig staat.
2) De grondboormachine met beide handen vasthouden om eventuele terugslag tegen te
gaan.
3) Plaats de boor op de grond en verplaats de gasregeling hendel (4). Het gas instellen
afhankelijk van te boren bodemsituatie.