- Zorg ervoor dat op ongelijk terrein u zelf een goed en stevig kunt staan.
- Let goed op niet versperde c.q. met lint afgezette geulen, greppels en andere
afgravingen.
- Zorg voor een goede verlichting van de werkplek.
- Gebruik de machine niet in een ontvlambare omgeving waardoor brand en
explosiegevaar kan ontstaan.
- Bij droogte, een brandblusser in uw nabijheid opstellen (Brandgevaar)
3. Houdt andere personen op afstand.
- Laat andere personen, vooral kinderen en jongeren niet aan de machine komen.
Houdt ze dus uit de buurt van uw werkomgeving.
4. Berg niet gebruikte machines en gereedschappen veilig op.
- Niet gebruikte machine s en gereedschappen moeten droog en op een hogere of
afgesloten plaats, buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.
5. Overbelast de machine niet.
- Uw werkresultaat is beter als u binnen de aangegeven grenzen blijft.
6. Gebruik het juiste gereedschap.
- Gebruik geen lichte machines voor zware werkzaamheden.
- Gebruik de machine uitsluitend waarvoor hij gemaakt is.
- Zorg ervoor dat de machine altijd schoon is.
7. Draag altijd geschikte werkkleding
- Draag geen wijde of loshangende kleiding of sieraden, u kunt door de draaiende delen
van de machine worden vastgegrepen.
- Draag originele werkhandschoenen, handschoenen van leer bieden een goede
bescherming.
- Draag altijd veiligheidsschoenen met stalen neuzen.
- Draag altijd stevige werkkleding bij alle werkzaamheden.
- Als u lang haar heeft gebruik dan een haarnet of veiligheidshelm (veiligheidshelm is
altijd aanbevolen)
8. ALTIJD persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (PBM).)
- Draag altijd hoofd, oog, hand, voet en gehoorbescherming.
- Gebruik bij werkzaamheden die stof veroorzaken altijd mond en neus-
beschermingsmiddelen ter vermindering van de risico’s bij het inademen van
stofdeeltjes.
9. Voorkom extreme lichaamsinspanningen
- Zorg dat u goed stevig kunt staan en altijd uw evenwicht kunt behouden.
10. Laat geen machinegereedschappen zitten
- Controleer voor dat de machine start, dat steeksleutels en instelgereedschap zijn
verwijderd van de machine.
11. Wees attent (let altijd goed op!)
- Let erop wat U doet. Ga met verstand te werk. Gebruik geen gemotoriseerde
machines wanneer u niet geconcentreerd bent.
- Nooit onder invloed van alcohol, drugs, medicijnen of andere middelen werken, die het
gezichtsvermogen, de handigheid en het inschattingsvermogen beïnvloeden kunnen.
12. Het bijvullen van de benzine tank.
- Voor het bijvullen altijd eerst de motor uitzetten.
- De tankdop voorzichtig openen, zodat de ontstane overdruk rustig kan ontsnappen.
- Bij het werken met een grondboormachine ontstaan hoge temperaturen van het
motorhuis. Laat de machine dus voor het bijvullen van de brandstof afkoelen. De
brandstof zou kunnen vlamvatten en leiden tot ernstige brandwonden.