* Handgreep
De gebruiker mag de machine alleen met twee handen aan de handgreep vasthouden.
* Gasregeling hendel
Hendel om het toerental van de motor aan te passen. Houdt de machine altijd zo vast dat
de gashendel aan uw linkerhand zit, u geeft dus gas met de linkerhand.
* Boren
De boren kunnen worden geplaatst op het meegeleverde verlengstuk. Dit verlengstuk
verkleint tevens de bestaande asmaat naar 2cm. Voor de verschillende boren kijk op
www.matom.nl
7. TRANSPORT
WAARSCHUWING
Voor het transport c.q. het opbergen (binnen), de motor van de machine laten
afkoelen, om brandgevaar te vermijden. Bij verplaatsing van de machine
gedurende werkzaamheden, ook over korte afstanden de motor uitschakelen.
• De grondboormachine alleen aan de handgrepen dragen. Niet met het motorhuis in
aanraking komen (verbrandingsgevaar).
• De grondboormachine motorschakelaar op OFF zetten.
• Wachten tot de boor volledig stilstaat
• Bougiedop verwijderen
• Bij Transport in een voertuig zorgen dat de machine goed vaststaat en niet kan
omvallen, beschadigen en het eruit lopen van benzine voorkomen.
• Bij transport in een voertuig de grondboormachine goed opbergen. .
• Bij het transport en langdurige opslag de brandstoftank altijd geheel leeg maken.
8. Opslag
Bij opslag voor korte duur de machine met gevulde tank droog wegzetten, niet in de
omgeving van stroombronnen.
Opslag van de grondboormachine gedurende meer dan een maand:
Smeer, stof en vuilresten grondig van de motor verwijderen.
Het luchtfilter schoonmaken en bij sterke vervuiling c.q. beschadiging vervangen.
Cilinder ribben goed schoonmaken.
Alle bewegende delen met olie behandelen. Geen vet gebruiken.
De grondboormachine veilig in een voor kinderen niet toegankelijke ruimte opslaan. De
grondboormachine niet buiten laten staan c.q. opslaan.
Brandstoftank en de carburateur leegmaken.
Aandrijfmechanisme olie verwisselen.