22 nederlands
2. Instellen van het juiste
radiokanaal
Door een speciale, digitale trans-
missiemethode is de foutloze her-
kenning van de radiosignalen gegar-
andeerd. Deze methode maakt het
ook mogelijk om 10 verschillende
radiokanalen in te stellen. In de
fabriek werden alle apparaten inge-
steld op kanaal 0. Alleen wanneer
er in een gebouw meerdere installa-
ties worden gebruikt, moeten de
apparaten van de afzonderlijke
gebruikers op verschillende radioka-
nalen worden ingesteld.
Open de behuizing zoals beschreven
onder het punt „Plaatsen van de
batterij“. Met behulp van drie kleine
kortsluitbruggen kan u het gewen-
ste radiokanaal instellen.
Opmerking:
Alle zenders en ontvangers moeten
op hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Activeren van het personeno-
proepsignaal / deurbelsignaal
Door op de personenoproep- / deur-
beltoets te drukken, wordt bij iedere
ontvanger, die op hetzelfde kanaal
is ingesteld als de zender, een sig-
naal geactiveerd.
Radiobereik
De radiosignalen van de zender heb-
ben in optimale omstandigheden
een bereik van 80 meter.
Mogelijke oorzaken van een vermin-
derd bereik kunnen zijn:
- Bebouwing of vegetatie
- Stoorstralingen van beeld-
schermen en mobiele tele-
foons. Deze kunnen zelfs
een uitval van de ontvanger
veroorzaken.
- De afstand van de zender tot
reflecterende oppervlakken
zoals vloeren en muren is
ongunstig gekozen, zodat de
signaalgolf en de reflecte-
rende golf elkaar verzwakken
of zelfs uitdoven.
- Metalen voorwerpen verkor-
ten het bereik door de meta-
len afscherming.
Kanaal 0
Kanaal 1
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
Kanaal 5
Kanaal 6
Kanaal 7
Kanaal 8
Kanaal 9