22 Nederlands
➡
2. Instellen van het correcte
radiokanaal
Door een speciale, digitale trans-
missiemethode wordt de foutloze
herkenning van de radiosignalen
gewaarborgd. Bij deze methode is
het ook mogelijk om 10 verschillende
radiokanalen in te stellen.
In de standaardinstelling is de
draadloze galvanische deurbelzen-
der ingesteld op kanaal 0. Alleen
wanneer er in een huis systemen
van verschillende gebruikers werk-
zaam zijn, moeten de apparaten van
de afzonderlijke gebruikers op ver-
schillende kanalen ingesteld wor-
den.
Het gewenste kanaal stelt u in door
de kanaalkeuzeschakelaar bovenaan
in het batterijvak met een kleine
schroevendraaier op het gewenste
kanaalnummer te draaien. Alle zen-
ders en ontvangers moeten ingesteld
worden op hetzelfde kanaal.
3. Installatie van de deurbel-
kabel
Steek de 2,5 mm-klinkstekker van de
deurbelkabel in de aansluitbus aan
de onderzijde van de draadloze gal-
vanische deurbelzender en sluit de
twee losse draden aan op uw deur-
bel.
4. Systemen met 2 verschil-
lende belsignalen
Indien uw huistelefoonsysteem 2
verschillende belsignalen (bijv. voor-
en algemene toegangsdeur) kan
onderscheiden, kunnen de 2 deursig-
nalen met 2 aanstuurkabels doorge-
stuurd worden naar de draadloze
galvanische deurbelzender.
Sluit daarvoor de tweeaanstuur
ka-
bels met de 2,5 mm-klinkstekker aan
op de bussen van de draadloze gal-
vanische deurbelzender, leg de
kabels naar de twee deurbellen en
verbind de losse kabeleinden met de
schakelaars van de bellen.
Let op: De aansturing is enkel
geschikt voor de aansluiting van
laagspanningsdeurbellen. De
ingangsspanning moet minstens
3
volt bedragen en mag niet hoger zijn
dan 15 volt. Er kan gelijk- of wissel-
spanning aangesloten worden.
Nooit de dunne kabel aansluiten
op een netspanning van 230 V.
Dit is levensgevaarlijk en ver-
nielt de zender!