5 OVERZICHT VAN ACTIVITY ZONE EN HARTSLAGSENSOREN
D. Start: Hiermee begint de loopband te bewegen met een snelheid van 0,8 km/u (0.5 mph) en een hoogte van 0%.
E. Stop: Hiermee komt de loopband geleidelijk tot stilstand. Met een keer drukken onderbreekt u de training, met twee keer drukken
wordt trainingsinformatie weergegeven en met drie keer drukken wordt de training gereset.
F. Incline (Helling) -pijlen: Deze veranderen de helling van de loopband geleidelijk. Telkens als de gebruiker op een pijltoets drukt,
wordt de helling met 0,5% vergroot (pijl omhoog) of verkleind (pijl omlaag). De maximale helling is 15%.
G. Speed (Snelheid) -pijlen: Hiermee wordt de snelheid van de loopband geleidelijk gewijzigd. Telkens als de gebruiker op een pijltoets
drukt, wordt de snelheid met 0,1 verhoogd (pijl omhoog) of verlaagd (pijl omlaag). De maximale snelheid is 19 km/u (12 mph).
H. Low/Mid/High (Laag/Middel/Hoog): Deze toetsen veranderen de helling direct tot een vooringestelde waarde. Aanvankelijk zijn
deze knoppen zo ingesteld dat ze de helling instellen op 1,5% (Low), 3% (Mid) en 5% (High). De gebruiker kan de knoppen met
andere waarden programmeren door eerst de helling van de loopband op de gewenste waarde in te stellen, en vervolgens de
knop waaraan deze waarde moet worden toegewezen ingedrukt te houden tot er een pieptoon klinkt.
I. Walk/Jog/Run (Lopen/Hardlopen/Rennen): Deze toetsen veranderen de snelheid van de loopband direct tot een vooringestelde
waarde. Aanvankelijk zijn deze knoppen zo ingesteld dat ze de snelheid wijzigen in 3,2 km/u (2 mph) (Walk), 6,4 km/u (4 mph)
(Jog) en 9,6 km/u (6 mph) (Run). De gebruiker kan de knoppen met andere waarden programmeren door eerst de snelheid van
de loopband op de gewenste waarde in te stellen, en vervolgens de knop waaraan deze waarde moet worden toegewezen
ingedrukt te houden tot er een pieptoon klinkt.
J. Noodstopmagneet: Deze ronde magneet wordt verbonden met het dodemanskoord dat tijdens gebruik aan de kleding van de
gebruiker moet worden bevestigd. Als er aan het dodemanskoord wordt getrokken en de magneet loskomt van de loopband,
stopt de loopband. Deze veiligheidsfunctie zorgt ervoor dat de loopband automatisch stopt als de gebruiker struikelt of valt. Als
de magneet wordt teruggeplaatst, worden de gegevens van de Workout Summary (Trainingsoverzicht) weergegeven.
Opmerking: Als de noodstopmagneet wordt verwijderd, stoppen de loopband en de hellingmotor, maar ontvangen alle
onderdelen nog steeds elektriciteit. Trek bij elektrische storingen de stekker uit het stopcontact.