38
WTI...6
Bedienings- en controle-elementen
Wijnopslag
In het bovenste vak kunnen 23 Bordeauxflessen worden opge-
slagen en in het onderste vak kunnen tot 41 Bordeauxflessen
worden opgeslagen.
Aan- en uitschakelen
W Aanschakelen: On/Off indrukken, totdat de temperatuurdis-
play aangaat/knippert.
W Uitschakelen: On/Off ong. een seconde lang indrukken,
totdat de temperatuurdisplay uitgaat.
Temperatuur instellen
Het instelbereik van de klimaatzone voor wijn ligt tussen de 5 en
18 °C .
W De klimaatzone voor wijn is in twee bereiken ingedeeld, die
naar wens een verschillende temperatuur kunnen krijgen.
Met de “Up” en “Down”-knoppen aan de linkerkant
vande display wordt het bovenste vak geregeld.
Met de “Up” en “Down”-knop pen aan de rechter-
kant van de display wordt het onderste vak gere-
geld.
W Temperatuur verlagen/koeler: De Down-instelknop indruk-
ken.
W Temperatuur verhogen/warmer: De Up-instelknop indruk-
ken.
- Tijdens het instellen wordt de instelwaarde knipperend
weergegeven.
- Bij de eerste keer drukken op de temperatuurinstelknop ver-
schijnt op de display de actuele laatst ingestelde waarde (=
instelwaarde).
- Door verder kort in te drukken wijzigt de instelwaarde met 1°
per keer; door langer in te drukken doorlopend.
- Ong. 5 sec. na de laatste druk op de knop schakelt de elek-
tronica automatisch om en de werkelijke koeltemperatuur (=
werkelijke waarde) wordt weergegeven.
- De gewijzigde temperatuur wordt langzaam op de nieuwe
waarde ingesteld.
Temperatuurdisplay
Bij normaal gebruik wordt:
- de gemiddelde temperatuur voor het wijnklimaat
weergegeven
Het display knippert, wanneer
- u de temperatuurinstellingen wijzigt,
- de temperatuur voor het wijnklimaat te koud is of
- wanneer de temperatuur met enkele graden gestegen is, als
aanwijzing voor een koelverlies bijv. bij het hersorteren van de
flessen. Nadat de flessen in de klimaatkast geplaatst of op-
nieuw gesorteerd zijn, zorgt de elektronica dat de temperatuur
automatisch op de laatste instelling wordt gezet.
W Indien op het display een “F 0” tot en met “F 5” verschijnt, is
er een fout in het apparaat opgetreden. Neem contact op met
de klantenservice en vermeld deze informatie. Dit maakt een
snelle en doelgerichte service mogelijk.
Alarm - zoemer
De zoemer helpt u opgeslagen wijngoederen te beschermen en
energie te besparen.
W De zoemer gaat automatisch uit door te drukken op de
uitknop van het alarm
- wanneer de voldoende gedaalde temperatuur weer is
bereikt of
- wanneer de deur wordt gesloten.
Deuralarm
- Deze klinkt altijd wanneer de deur langer dan ong. 60 sec. is
geopend.
Het klinken van de zoemer is zolang te horen als de deur
geopend is. Met het sluiten van de deur wordt de alarmfunctie
automatisch uitgeschakeld en is weer werkingsklaar.
Temperatuuralarm
Deze klinkt altijd wanneer de
- temperatuur voor wijnopslag te hoog of te laag is
Het temperatuurdisplay knippert zolang de alarmtoestand aan-
houdt. Dan schakelt hij van knipperen op aanhoudend branden
over. Daarmee is de zoemer automatisch weer werkingsklaar.
Ventilator - schakeling
Met de ventilatorschakeling wordt de relatieve luchtvochtigheid in
de klimaatzone voor wijn verhoogd. Daardoor wordt in de binnen-
ruimte een klimaat bereikt, die overeenkomt met een wijnkelder.
Door de verhoogde luchtvochtigheid wordt voorkomen dat de
kurk uitdroogt.
W Aanschakelen:
- “Ventilator”-knop kort indrukken zodat deze oplicht.
W Uitschakelen: opnieuw kort indrukken zodat het ventilator-
symbool op het display uitgaat.
De ventilator loopt dan alleen parallel aan de compressor =
lage luchtvochtigheid.
Tip:
- Bij een ingeschakelde ventilator wordt het energieverbruik
groter.
- Om engergie te besparen schakelt de ventilator bij een ge-
opende deur automatisch uit.
1 Temperatuur- en insteldisplay
2
Instelknop voor de temperatuur, onderste klimaatzone voor wijn
3 Alarmknop
4
Instelknop voor de temperatuur, bovenste klimaatzone voor wijn
5 Aan/uit-knop
6 Ventilatorknop