Ontdooien, reinigen
Inbouwhandleiding
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
bedrijfszekerheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Doet zich desondanks een storing voor controleer dan
of deze tot een bedieningsfout te herleiden is. In dat geval
moet u namelijk ook gedurende de garantieperiode de kosten
die ontstaan vergoeden. De volgende storingen kunt u door
controle van de mogelijke oorzaken zelf verhelpen:
Apparaat werkt niet:
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering voor het stopcontact in orde?
Binnenverlichting brandt niet:
- Is het apparaat ingeschakeld?
- De gloeilamp is defect. Volgens paragraaf "Binnenverlich-
ting" de lamp vervangen.
Geluiden zijn te hard:
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaien-
de aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet
de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet voldoende laag:
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Alge-
mene bepalingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Storingen - Problemen?
Inbouwen in het keukenblok
Elektrische aansluiting controleren
Uw kast moet worden aangesloten op een randgeaarde
wandkontaktdoos (wisselspanning).
Overtuigt u zich ervan, dat de netspanning overeenstemt met
de gegevens op het plaatje met type-aanduiding enz., aan de
binnenzijde van de kast, links naast de groentelade.
Inbouw
De kast is geschiktvoorgeintegreerde onderbouw. Kast niet
naast kachel, C.V. of andere warmtebron inbouwen.
- De be- en ontluchting vindt via de plint van het apparaa-
plaats.
Let op:
- In het ombouwmeubel mogen zich geen openingen be-
vinden. Sluit de nis met een meubelachterwand af of laat
zijwand en werkblad op de keukenmuur aansluiten (slechts
een kleine opening voor kabel- en stekkerdoorvoer aan-
brengen). Lekstroming wordt hierdoor voorkomen; bel-
angrijk voor de vereiste koeling van het aggregaat en een
onberispelijke werking van het apparaat!
Al naar geland de klimaatklasse van uw apparaat mogen
bepaalde ruimtetemperaturen niet overschreden worden
ofbeneden een bepaalde waarde blijven. De klimaatklasse
die van toepassing is op uw apparaat, kunt u van het typep-
laatje aflezen.
Klimaatklasse Ruimtetemperatuur
SN +10°C tot +32°C
S +16°C tot +32°C
ST +18°C tot +38°C
T +18°C tot +43°C
• Inbouwmaat controleren.
- Inbouwhoogte, sokkelhoogte en -diepte zijn variabel.
Inbouwhoogte Sokkelhoogte/Ventilatiespleet:
bij 820 mm 100 tot 170 mm (bij apparaten met
klimaatklasse ST + T ten minste
120 mm) variable door hoogte van
meubelfrontplaat
bij 870 mm 150 tot 220 mm
variable door stelpoten en hoogte
van meubel-frontplaat
De sokkeldiepte is van 22 tot 77 mm instelbaar.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken
vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem
dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde techni-
sche dienst (zie bijgevoegd overzicht) en geef de volgende
gegevens op het typeplaatje door:
de typeaanduiding 1,
het servicenummer 2,
het apparaatnummer 3.
Hierdoor wordt een
snelle en efficiënte
service mogelijk. Het
typeplaatje vindt u op
de linker binnenkant
van het apparaat.
W Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
W Reinig de afvoeropening in de achter-
wand boven de rechter groentelade re-
gelmatig. Gebruik indien nodig een spits
hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
W Let erop dat er geen schoonmaakwater
in de afvoergoot, ventilatieroosters en
elektrische onderdelen dringt.
W Sluit het apparaat nadat het ontdooien en reinigen voltooid
is weer aan en schakel het in.
W Moet het apparaat langere tijd uitgeschakeld blijven,
maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact of
zet de temperatuurregelaar op "0". Reinig het zoals be-
schreven en laat de deur van het apparaat openstaan, om
geurvorming te voorkomen.
Storingen - Problemen?
31
NL
* afhankelijk van model en uitvoering