33
EK/IK/IKS...1/3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Binnenverlichting
De binnenverlichting wordt automatisch uitgeschakeld wan-
neer het apparaat langer dan ca. 15 minuten open staat.
Gaat de binnenverlichting niet automatisch aan wanneer
u het apparaat opent maar is de temperatuurindicator wel
verlicht, dan is het gloeilampje misschien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W
Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Gebruik
enkel gloeilampen met dezelfde afmeting. E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit.
W Afb. F1: Het afdekkapje boven en beneden grijpen en
wegtrekken.
W Afb. F2: De gloeilamp vervangen. Bij het draaien iets
meer kracht toepassen om de wrijving van de borgring te
overwinnen. Bij het indraaien op de juiste plaatsing van de
borgring in de lampfitting letten.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en
onderkant vast.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken vast-
stellen en de storing niet zelf verhelpen, neem dan
a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische
dienst (zie bijgevoegd overzicht). Geef de volgende
gegevens op het typeplaatje door:
de typeaanduiding 1,
het servicenummer 2 en
het apparaatnummer 3.
Hierdoor wordt een snelle en
efficiënte service mogelijk. Het
typeplaatje vindt u op de linker
binnenkant van het apparaat.
Laat het apparaat dicht tot de
klantendienst komt om een nog
groter koudeverlies te vermijden.
_______________________________________________
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip
voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moe-
ten voorbehouden.
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levens-
duur gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening.
Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garan-
tietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing - mogelijke oorzaak en oplossing
_______________________________________________
Het apparaat werkt niet.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder
"Binnenverlichting" beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draai-
ende aggregaat aan het trillen gebracht?
Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de
stelpoten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van
elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen)
veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcir-
cuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets har-
der als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een
lagere temperatuur in.
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute
temperatuur weer.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Be-
palingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Storingen - Problemen?