38
GN..3
* afhankelijk van model en uitvoering
Storingen - Problemen?
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levens-
duur gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening.
Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de ga-
rantietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing - mogelijke oorzaak en oplossing
______________________________________________________
Het apparaat werkt niet.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
Geluiden zijn te hard.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draai-
ende aggregaat aan het trillen gebracht?
Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de
stelpoten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van
elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
Het apparaat geeft een alarmsignaal, het rode lampje
in de Alarm-toets brandt, de temperatuur is niet laag
genoeg.
- Hebt u er een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen
ingelegt zonder SuperFrost? (zie passage "SuperFrost")
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Be-
palingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Apparaat voelt aan de buitenkant op sommige plekken
warm aan.
- Dat is helemaal in orde. De warmte van het koelmiddelcir-
cuit wordt gebruikt ter voorkoming van condenswater.
Reinigen
Tips voor het ontdooien
Het NoFrost-systeem zorgt ervoor dat het apparaat automa-
tisch wordt ontdooid.
Het vrijkomende vocht slaat op de verdamper neer, wordt
periodiek ontdooid en verdampt.
Door de automatische ontdooiing blijft de diepvrieskast
altijd vrij van ijs en kan het tijdrovende en moeizame hand-
matige ontdooien achterwege blijven.
Reinigen
W Voor het reinigen altijd het apparaat uitschake-
len. Stekker uit het stopcontact trekken of de
voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven
resp. laten aanspringen.
W
Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de
hand reinigen. Niet met stoomreinigingsapparatuur wer-
ken - gevaar voor verwonding en beschadiging!
W
Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-
neutrale allesreiniger. Gebruik in de binnenruimte van het
apparaat enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en
onderhoudsproducten.
W
Bij apparaten in rvs-uitvoering* een normaal rvs-schoon-
maakmiddel gebruiken.
- Behandel het apparaat na de reiniging met een rvs-on-
derhoudsmiddel (gelijkmatig in de slijprichting) om het
de beste bescherming te geven. Donkere plaatsen op de
rvs-oppervlakte en een intensievere kleur kort na de reini-
gingsbeurt zijn normaal.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcen-
treerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakpro-
ducten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische
oplosmiddelen: die beschadigen de oppervlakte en kun-
nen corrosie veroorzaken.
W Let erop dat er geen schoonmaakwater in de ventilatie-
roosters en elektrische onderdelen dringt. Wrijf het appa-
raat droog.
- Het typeplaatje op de binnenkant van het apparaat niet
beschadigen of verwijderen - het is belangrijk voor de
technische dienst.
W Maak het aggregaat en de warmte-
wisselaar (het metalen rooster aan
de achterkant van het apparaat)
minimaal één keer per jaar stofvrij en
schoon. Stof verhoogt het energie-
verbruik.
W Let erop dat u geen kabels of andere
onderdelen lostrekt, knikt of beschadigt.
W Sluit het apparaat nadat het ontdooien en reinigen vol-
tooid is weer aan en schakel het in. Schakel de Super-
Frost-functie in en leg de levensmiddelen weer terug in
het apparaat zodra de temperatuur begint te dalen.
Moet het apparaat langere tijd uitgeschakeld blijven, maak
het dan leeg en trek de stekker uit het stopcontact. Reinig
het zoals beschreven en laat de deur van het apparaat
openstaan, om geurvorming te voorkomen.