15
Het apparaat in- en uitschakelen
Het verdient aanbeveling het apparaat voor het in bedrijf nemen
te reinigen (zie ook “Reinigen”).
Inschakelen, afb. A1:
De netstekker in het stopcontact stoppen. Met een muntje de
pijl van de temperatuurregeling 1 op een stand tussen “0” en
“max” draaien. Het temperatuurdisplay 3 geeft de ingestelde
binnentemperatuur.
Uitschakelen:
de netstekker uit het stopcontact trekken of de temperatuurregeling
op “0” zetten.
De temperatuur instellen
De temperatuur wordt met de temperatuurregeling 1 ingesteld.
Naargelang de stand van de regeling verandert de weergave van
de gewenste temperatuur op het display 3.
Indien er diepgevroren maaltijden in het vriesvak worden bewaard,
adviseren we de regelaar in te stellen tussen 5 °C en 3 °C. Dan
worden vaktemperaturen van -18 °C of lager bereikt.
Tip: de aanduiding op het display staat niet voor de geldende bin-
nentemperatuur maar voor de gewenste temperatuurinstelling.
Binnenverlichting
Gegevens gloeilamp: 25 W (gebruik in geen geval een lamp
van meer dan 25 W), de spanning moet overeen komen met de
informatie op het typeplaatje. Fitting: E 14.
Vervangen van de gloeilamp:
De netstekker uittrekken of de zekering uitdraaien.
• De lampafdekking volgens afb.
F1 losklikken 1 en daarna uithaken
2.
• De gloeilamp volgens afb.
F2 vervangen. Let er bij het indraaien
op dat de afdichting correct in de lampfitting zit.
• Zet het afdekking achter terug en druk de zijkanten vast.
Tips voor het besparen van energie
• Laat de deur niet onnodig lang open staan.
• Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat
u ze in in het apparaat plaatst.
• Ontdooi het apparaat zodra zich een laag ijs gevormd heeft. De
koude-overgang wordt verbeterd, het energieverbruik neemt af.
Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Oneffenheden in
de vloer met de bijgeleverde sleutel via één of meer stelpoten
uitregelen.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
• Plaats geen apparaten die warmte afgeven op het apparaat, bijv.
magnetron, broodrooster enz.
• De plaats van opstelling van het apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8g koudemiddelvulling R 600a een volume hebben
van 1 m
3
, zodat er bij lekken van de koelmiddelkringloop een
ontsteekbaar gas-luchtmengsel op de plaats van opstelling kan
ontstaan. De opgave van de hoeveelheid koelmiddel vindt u op
het typeplaatje binnen in het apparaat.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van opstelling
moeten overeenkomen met de informatie op het typeplaatje. Het
typeplaatje bevindt zich links binnen. Het stopcontact moet zijn
gezekerd met en zekering van 10 A of meer, buiten de rugzijde
van het apparaat liggen en gemakkelijk toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten
via een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
W Het apparaat alleen via een volgens de voorschriften geaard
stopcontact met beschermingsaarde aansluiten.
Uitrustingsdelen wijzigen
De bergvlakken, afb. A3, zijn naargelang
de grootte van de te koelen producten
verplaatsbaar. Hiertoe de vlakken vooraan
opheffen, voor de helft uitnemen en naar
onder (resp. boven) wegzwenken.
De draagvlakken steeds met de aanslag-
beugel/aanslagrand achter naar boven
inschuiven, om te voorkomen dat levens-
middelen tegen de rugzijde aanvriezen.
De deurvakken verplaatsen, afb. A2
De vakken loodrecht naar boven schuiven,
naar voor uitnemen en op een andere
hoogte in de omgekeerde volgorde terug
inschuiven.
Door verschuiven van de flessenhouder,
afb. A2, kunt u flessen beveiligen tegen
omvallen bij het openen en sluiten van de
deur.
Afb. A4. Indien u plaats nodig heeft voor
hoge flessen en vaatwerk,kunt u de halve
glasplaat 1 gewoon naar achter schuiven.
Voor het reinigen kunnen de houddelen
2voor de halve glasplaten worden afge-
nomen. Let er op, dat het rechter en het
linker houddeel daarna terug op de juiste
plaats worden gezet.
NL