• Als u op deze knop klikt om het venster te tonen, zal het venster zichtbaar blijven totdat u
het handmatig weer verbergt (met dezelfde knop).
• Als u het venster toont door op de rand van het venster te klikken, maar niet op de knop,
activeert u de functie AutoVerbergen. Met de functie AutoVerbergen kunt u een verborgen
venster tijdelijk zien door op de rand te klikken. Wanneer u in het document klikt wordt het
vastgezette venster weer verborgen.
Werkbalken aanpassen
U kunt werkbalken op verschillende manieren aanpassen, zoals het kiezen van welke
pictogrammen zichtbaar zijn en het vergrendelen van de positie van een vastgezetten werkbalk.
Om de opties voor het benaderen van een werkbalk te activeren klikt u met rechts, tussen de
pictogrammen van deze werkbalk en u opent een contextmenu.
Om pictogrammen van de werkbalk te tonen of te verbergen, kies Zichtbare knoppen in het
contextmenu. Zichtbare knoppen worden aangegeven door een kader om het pictogram
(Afbeelding 8) of door een indicatie naast het pictogram, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Klik op de pictogrammen om ze op de werkbalk te tonen of te verbergen.
U kunt ook pictogrammen toevoegen en nieuwe werkbalken maken, zoals beschreven in hoofdstuk
16, Writer instellen.
Opmerking
In eerdere versies van LibreOffice waren deze opties benaderbaar door op een
pijl aan het eind van de werkbalk te klikken. De pijl is nog wel beschikbaar op
de zwevende werkbalken, maar niet op vastgezette. Deze pijl heeft echter geen
effect.
Delen van het hoofdvenster van Writer 11