[Modus diapresentatie]
Hiermee bepaalt u de overgang tussen de foto’s tijdens een diashow;
Willekeurig, Fading, Uit, Onder-naar-boven, Boven-naar-onder,
Links-naar-rechts, Rechts-naar-links, Deur-sluiten, Deur-openen,
Hori-Kruis(Horizontaal-kruis), Verti-Kruis(Verticaal-kruis).
Als u [Uit] kiest, stopt de diashow en blijft één foto op het scherm staan.
[Weergavemodus]
Hiermee geeft u de weergavemodus voor een fotobestand aan; Normaal,
Passend.
[Normaal]: Hierdoor blijft de oorspronkelijke beeldverhouding behouden.
[Passend]: Past de foto optimaal bij het beeldscherm aan.
[Tijdsformaat]
Hiermee geeft u de tijdweergave van de klok aan; 12h, 24h
[12h]: 12-uurs tijdweergave met ‘vm’ en ‘nm’.
[24h]: 24-uurs tijdweergave zonder ‘vm’ en ‘nm’.
[Tijd]
Met deze functie voert u tijden en datums in om de verschillende
tijdschakelfuncties van het apparaat te gebruiken.
1. Selecteer de optie [Tijd] en druk vervolgens op VOLUME B.
2. Voer de gewenste informatie voor datum en tijd in.
b VOLUME B (links/rechts): Hierdoor gaat de cursor naar de vorige of de
volgende kolom.
b PAGE B (omhoog/omlaag): Hiermee verandert u de instelling op de
huidige cursorpositie.
3. Druk op ENTER om de gekozen instelling te bevestigen.
[Aan]
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop het apparaat zichzelf automatisch moet
inschakelen.
1. Selecteer de optie [Aan] en druk vervolgens op VOLUME B.
2. Volg stap 2 als hierboven aangegeven in [Tijd].
3. Kies de gewenste herhalingsfrequentie: [Uit], [Eenmalig] of [Elke dag].
Selecteer [Uit] als u deze functie niet gebruikt.
4. Druk op ENTER om de gekozen instelling te bevestigen.
[Auto Uit]
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop het apparaat zichzelf automatisch moet
uitschakelen.
1. Selecteer de optie [Auto Uit] en druk vervolgens op VOLUME B.
2. Volg stap 2 als hierboven aangegeven in [Tijd].
3. Kies de gewenste herhalingsfrequentie: [Uit], [Eenmalig] of [Elke dag].
Selecteer [Uit] als u deze functie niet gebruikt.
4. Druk op ENTER om de gekozen instelling te bevestigen.
[Alarm]
Hiermee stelt u de wekfunctie van de klok in. Nadat u de wekfunctie hebt
ingesteld, schakelt het apparaat zichzelf op het ingestelde tijdstip in en klinkt
een weksignaal. U schakelt het weksignaal uit door op een van de knoppen op
het apparaat te drukken.
1. Selecteer de optie [Alarm] en druk vervolgens op VOLUME B.
2. Voer de gewenste informatie voor de klok in.
b VOLUME B (links/rechts): Hierdoor gaat de cursor naar de vorige of de
volgende kolom.
b PAGE B (omhoog/omlaag): Hiermee verandert u de instelling op de
huidige cursorpositie.
3. Hiermee kiest u een van de beschikbare weksignalen; [Ring1], [Ring2] of
[Ring3].
U kiest bijvoorbeeld [Ring2];
Weksignaal (1 min.) c Stilte (15 sec.) c Weksignaal (1 min.) c
Stilte (15 sec.) c Normale modus.
4. Kies de gewenste herhalingsfrequentie: [Uit], [Eenmalig] of [Elke dag].
Selecteer [Uit] als u deze functie niet gebruikt.
[Uit]: De wekfunctie is niet actief.
[Eenmalig]: De wekfunctie wordt na het instellen van de wekfunctie
eenmaal geactiveerd.
[Elke dag]: De wekfunctie wordt elke dag automatisch ingeschakeld.
5. Druk op ENTER om de gekozen instelling te bevestigen.
[Standaard]
Hiermee zet u het apparaat naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug.
Selecteer de optie [Standaard] en druk vervolgens op ENTER.
8