NL
50
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor later. Lees alle aanwijzingen en volg ze op
voordat u uw oven in gebruik neemt. Daardoor voorkomt u brand, kortsluiting en
persoonlijk letsel door het gebruik van de oven. Deze gebruiksaanwijzing kan niet
alle mogelijke situaties beschrijven. Neem altijd contact op met de leverancier of de
fabrikant als u een probleem tegenkomt dat u niet begrijpt.
9. Gebruik geen houten schalen of bakjes en evenmin keramische schalen
(van aardewerk of porselein) met een metalen (bijvoorbeeld gouden of
zilveren) inleg. Verwijder altijd metalen bindmateriaal Controleer vóór
gebruik altijd of uw keukengereedschap geschikt is voor gebruik in een
magnetronoven.
Zo niet dan kan het heet worden en verkolen. Metalen voorwerpen die u
in de oven legt kunnen een vonkboog vormen en aanzienlijke schade
veroorzaken.
10. Gebruik geen producten van hergebruikt papier.
Deze bevatten soms verontreinigingen die bij het koken vonken en/of
brand kunnen veroorzaken.
11. Spoel de ovenschaal en het rek niet af door deze meteen na het koken
in water te dompelen. Hierdoor kunnen ze breken of schade oplopen.
Door verkeerd gebruik kan de oven worden beschadigd.
12. Zet de oven zo neer dat de voorkant van de deur 8 cm of meer achter
de tafelrand ligt. Daardoor voorkomt u dat uw magnetronoven per
ongeluk omkantelt.
Verkeerd gebruik kan letsel en beschadiging van de oven veroorzaken.
13. Prik in de schil van aardappelen, appels en dergelijk fruit en groenten
voordat u ze in de oven bereidt.
Daardoor voorkomt u dat ze openbarsten.
14. Kook in de oven geen eieren in de schaal. Eieren in de schaal en hele
hardgekookte eieren mogen niet in een magnetronoven worden
verwarmd omdat ze zelfs nadat de oven is uitgeschakeld kunnen
openbarsten.
In het ei kan immers druk ontstaan waardoor het ei barst.
15. In een magnetronoven kunt u niet frituren.
Hierbij kan de hete vloeistof plotseling overkoken.
16. Als u rook uit de oven ziet komen, schakel de oven dan uit of trek de
stekker uit het stopcontact en laat de ovendeur dicht om eventuele
vlammen te doven.
Levensmiddelen die vlam hebben gevat bedreigen uw veiligheid door
brand, kortsluiting of een elektrische schok.
17. Houd uw oven in het oog gaten en controleer deze regelmatig wanneer
u er levensmiddelen in verwarmt in wegwerpverpakkingen van plastic,
papier of ander brandbaar materiaal.
Door breuk van de verpakking kan de etenswaar of de vloeistof tijdens
de bereiding in de oven weglekken en zelfs vlam vatten.
18. De temperatuur van de bereikbare onderdelen van de oven kan flink
oplopen wanneer de oven in werking is. Raak de ovendeur, de boven-
en achterkant en de zijkanten evenals de binnenkant van de oven, de
toebehoren en schotels, schalen en borden tijdens het grillen,
convectiekoken en automatisch koken niet aan voordat de oven is
uitgeschakeld en u hebt vastgesteld dat ze niet heet zijn.
Omdat al deze onderdelen heet kunnen worden loopt u het risico van
verbrandingen tenzij u dikke ovenwanten draagt.
Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen
LET OP