46
NL
Eigenschappen van voedsel en
koken in de magnetron
Roeren
Roeren is één van de belangrijkste technieken tijdens het koken in de magnetron. Bij
gewoon koken, roert u om het voedsel te mengen. Bij het koken in de magnetron dient het
roeren echter om de warmte te verspreiden en te herverdelen. Roer steeds van de
buitenkant naar het midden, aangezien de buitenkant van het voedsel het eerst warm
wordt.
Omkeren
Groot, hoog voedsel, bijvoorbeeld gebraad of een hele kip, moet worden omgekeerd
zodat de boven- en de onderkant gelijkmatig kunnen koken. Het verdient ook aanbeveling
stukken kip of vleeslapjes om te keren.
Dikkere stukken aan de buitenkant plaatsen
Aangezien microgolven worden aangetrokken door de buitenkant van het voedsel, is het
aangewezen dikkere stukken vlees, gevogelte en vis aan de buitenste rand van de
bakschotel te plaatsen. Op die manier vangen de dikkere stukken het meeste
microgolfenergie op en kan het voedsel gelijkmatig koken.
Afschermen
U kunt strookjes aluminiumfolie (die de microgolven tegenhouden) aanbrengen aan de
hoeken of randen van rechthoekig voedsel om te voorkomen dat deze te hard worden
gekookt. Gebruik nooit te veel folie en zorg ervoor dat de folie vastzit aan de schotel, om
'vonkoverslag' in de oven te voorkomen.
Hoger plaatsen
Dik of compact voedsel kan hoger worden geplaatst, zodat de microgolven kunnen worden
geabsorbeerd door de onderkant en het midden van het voedsel.
Doorprikken
Etenswaren die in een schaal, schil of vlies zitten barsten makkelijk open in de oven als u ze
niet vooraf doorprikt. Voorbeelden hiervan zijn eierdooiers en eiwit, mosselen en oesters en
hele stukken groenten en fruit.
Controleren of het voedsel gaar is
Voedsel wordt zo snel gaar in een magnetronoven dat u het regelmatig moet controleren.
Bepaalde etenswaren blijven in de magnetron tot ze volledig gaar zijn, maar de meeste
etenswaren, bijvoorbeeld vlees en gevogelte, worden uit de oven gehaald terwijl ze nog
niet helemaal gaar zijn en koken verder gedurende de 'standtijd'. De inwendige
temperatuur van het voedsel zal tijdens de standtijd stijgen met 5˚F (3˚C) tot 15˚F (8˚C).
Standtijd
Vaak moeten etenswaren nadat u ze uit de oven hebt gehaald nog 3 tot 10 minuten blijven
staan. Gewoonlijk wordt het voedsel gedurende deze standtijd afgedekt om de warmte te
bewaren, tenzij het voedsel moet drogen (cakes en koekjes, bijvoorbeeld). Door het voedsel
nog even te laten staan, wordt het gelijkmatig gekookt en krijgt het zijn volle smaak.
Uw oven reinigen
1. Houd de binnenkant van de oven schoon
Spatten van etenswaren of gemorste vloeistof koeken vast aan de ovenwanden
en tussen de afdichting en het deuroppervlak. U veegt gemorst voedsel het best
onmiddellijk weg met een vochtige doek. Kruimels en spatten slorpen
microgolfenergie op en verlengen de kooktijd. Veeg kruimels die tussen de
deur en het frame vallen weg met een vochtige doek. Het is belangrijk dat u dit
deel schoon houdt met het oog op een goede afdichting van de oven.
Verwijder vetspatten met een in zeepwater gedrenkte doek. Daarna afspoelen
en laten drogen. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of
schuurmiddelen. Het glazen draaiplateau mag worden afgewassen met de
hand of in de vaatwasmachine.
2. Houd de buitenkant van de oven schoon
Reinig de buitenkant van uw oven met zeepwater. Spoel de oven af met zuiver
water en droog hem af met een zachte doek of keukenpapier. Om schade aan
de werkende delen binnen in de oven te voorkomen, moet u vermijden dat het
water door de ventilatieopeningen naar binnen sijpelt. Om het
bedieningspaneel te reinigen, opent u de deur om te voorkomen dat de oven
per ongeluk start en veegt u het paneel eerst met een vochtige en meteen
daarna met een droge doek schoon. Druk na het reinigen op de STOP/CLEAR-
toets.
3. Als de ovendeur aan de binnenkant of aan de buitenkant beslaat, veegt u de
deurpanelen schoon met een zachte doek. Dit kan gebeuren wanneer de
magnetronoven wordt gebruikt bij hoge vochtigheid en duidt geenszins op een
defect.
4. Houd de deur en de deurafdichtingen schoon. Gebruik alleen warm water met
zeep. Vervolgens goed afspoelen en afdrogen. GEBRUIK GEEN
SCHUURMIDDELEN, ZOALS REINIGINGSPOEDER OF STALEN EN PLASTIC
SCHUURSPONSJES. Metalen delen zijn makkelijker te onderhouden als u ze
regelmatig schoonveegt met een vochtige doek.
5. Gebruik geen stoomreinigers.