32
Verbinden met netwerken en apparaten
Wi-Fi
Via Wi-Fi kunt u een snelle internetverbinding gebruiken binnen het dekkingsgebied van het draadloze
toegangspunt (AP). Met Wi-Fi kunt u gebruikmaken van draadloos internet zonder extra kosten.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
Als u Wi-Fi op uw telefoon wilt gebruiken, hebt u toegang nodig tot een draadloos toegangspunt of een 'hotspot'.
Sommige toegangspunten zijn openbaar toegankelijk. U kunt hiermee gewoon verbinding maken. Andere
toegangspunten zijn verborgen of worden beveiligd. U moet uw telefoon configureren om verbinding te kunnen
maken met dergelijke toegangspunten.
Schakel Wi-Fi uit wanneer u dat niet gebruikt, zodat u langer gebruik kunt maken van de batterij.
OPMERKING: als u zich buiten de Wi-Fi-zone bevindt of Wi-Fi op Uit hebt gezet,
worden er mogelijk extra kosten in rekening gebracht door uw mobiele provider voor het
gebruik van mobiele data.
Wi-Fi inschakelen en verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk
1 Druk op > > tabblad Applicaties > Instellingen > tabblad Netwerken > Wi-Fi.
2 Stel Wi-Fi in op AAN om Wi-Fi in te schakelen en het scannen naar beschikbare Wi-Fi-netwerken te
starten.
3 Tik nogmaals op het menu Wi-Fi om een lijst met actieve en bereikbare Wi-Fi-netwerken te bekijken.
t Beveiligde netwerken worden aangegeven met een vergrendelingspictogram.
4 Tik op een netwerk om er verbinding mee te maken.
t Als het netwerk is beveiligd, wordt u gevraagd een wachtwoord of andere aanmeldingsgegevens in te
voeren. (Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.)
5 De statusbalk geeft pictogrammen weer die de Wi-Fi-status aangeven.