Handset vergrendelen
U kunt uw telefoon vergrendelen. De
volgende vier vergrendelingsopties zijn
beschikbaar:
Bij inschakelen: hierdoor wordt de handset
vergrendeld zodra die wordt ingeschakeld.
Indien USIM opgeladen: hierdoor wordt de
handset vergrendeld als de USIM-kaart van
de telefoon is gewijzigd.
Meteen: hiermee wordt de handset meteen
vergrendeld.
Geen: hiermee wordt de vergrendeling
uitgeschakeld.
U wordt verzocht de beveiligingscode in te
voeren om de selectie te bevestigen.
]
U moet de beveiligingscode invoeren om de
handset te ontgrendelen.
Codes wijzigen
U kunt de PIN-code, de PIN2-code, het
wachtwoord van de mobiele telefoon en het
blokkeringswachtwoord voor oproepen
wijzigen.
PIN-code
PIN is de afkorting van Persoonlijk
Identificatie Nummer en wordt gebruikt om
gebruik door een onbevoegde gebruiker te
beperken.
Instellingen
86
Instellingen
Opmerking
]
Druk op in het PIN-invoerveld om
naar de vorige stap terug te keren.
]
Als u drie keer een verkeerde PIN
intoetst, wordt de PIN-code ongeldig.
Dan dient u de PUK-code (PIN Unblock
Key) in te voeren om de PIN-code
opnieuw in te stellen.
]
De PUK-code kan maximaal 10 keer
worden ingevoerd. (Opmerking: als u 10
keer een foute PUK-code hebt ingevoerd,
wordt de USIM-kaart geblokkeerd en
moet u deze vervangen.)
]
Als het verzoek om de PIN-code niet
door de operatorinstellingen kan worden
uitgeschakeld, kunt u dit menu-item niet
kiezen.