7
Afstandsbediening
a
POWER: Schakelt de HDD/DVD recorder AAN of UIT.
HOME: Opent of sluit het HOME menu.
HDD: Selecteert de HDD/DVD recorder modus naar HDD.
DVD: Selecteert de HDD/DVD recorder modus naar DVD.
AV/INPUT: Wijzigt de invoerbron (Tuner, AV1-3, of DV IN).
TV/DVD: Druk in om te schakelen tussen ‘TV modus’,
waarin u beeld en geluid ontvangt van de tuner van de TV,
en ‘DVD modus’ waarbij u beeld en geluid ontvangt van dit
toestel.
0-9 numerieke toetsen: Selecteert genummerde opties in
een menu.
MARKER: Selecteert meerdere bestanden/titels in de lijst.
CLEAR: Verwijdert een tracknummer uit de Programmalijst.
b
SKIP (. / >): Ga naar volgend of vorig
hoofdstuk/track/bestand.
SCAN (m / M): Vooruit of achteruit zoeken.
PLAY (N): Start het afspelen.
STOP (x): Stopt afspelen of opnemen.
PAUSE/STEP (X): Pauzeert het afspelen of opnemen
tijdelijk.
REC(z): Start opname. Druk herhaaldelijk om de
opnametijd in te stellen.
c
MENU/LIST: Opent het menu op een DVD schijf. Schakelt
PR/CH(+/-): Scant omhoog of omlaag door
geprogrammeerde kanalen.
DISPLAY: Opent Display op scherm
tussen Titel Lijst Origineel en Titel Lijst Afspeellijst menu.
ENTER: Bevestigt menuselectie of toont de programmalijst.
b / B / v / V (links/rechts/omhoog/omlaag): Wordt
gebruikt om te navigeren door de beelden op het scherm.
RETURN (O): Verwijdert het beeld op het scherm.
TITLE: Toont het titelmenu van de schijf, indien beschikbaar.
EPG: Toont het EPG menu.
TIME SHIFT: Activeert pauze live TV/afspelen (timeshift)
voor een live TV programma.
AUDIO ( ): Selecteert een audiotaal of audiokanaal.
FAV: Toont de lijst favoriete programma's.
REPEAT: Herhaal volgorde, hoofdstuk, track, titel of alles.
SUBTITLE: Selecteert een taal voor de ondertiteling.
TEXT: Schakelt tussen teletekstmodus en normaal TV
kijken.
VOLUME (+/-) : Past luidsprekervolume aan.
De volume informatie wordt getoond op het scherm van
de actieve subwoofer.
Kleurtoetsen: Gebruik indien een EPG scherm getoond
wordt of indien afgestemd op een teletekstprogramma van
een digitale uitzending. De functie van elke knop wordt op
het scherm beschreven, en wijzigt afhankelijk van het
scherm dat getoond wordt.
d
De gerelateerde informatie van de geselecteerde knop
wordt getoond op het scherm van de actieve subwoofer.
11
: Schakel de actieve subwoofer AAN of UIT.
FUNCTION: Selecteert de actieve subwoofer modus naar
DVD/TV of FM.
LEVEL/AV Sync
- Past het geluidsniveau van de luidspreker aan
- Past de vertraging tussen beeld en geluid aan.
EQ: Instellen van het geluidseffect.
VSM: Selecteert het virtuele geluid.
MUTE: Schakelt de geluidsuitvoer van de luidspreker in of uit.
DRC: Drukt het dynamisch bereik van de soundtrack samen.
TEST TONE: Past de geluidsbalans van de luidsprekers
aan vanuit de positie van de luisteraar.
MONO./STEREO: Selecteert STEREO of MONO.
MEMO./CLEAR: Slaat de frequentie van het radiostation op
in of verwijde rt deze uit het geheugen van de tuner.
PRESET(-/+): Selecteert geprogrammeerde station of
Radio.
TUN. (-/+): Stemt af op het gewenste radiostation.
RDS: Selecteert RDS informatie.
PTY: Start het zoeken naar een specifiek PTY type.
e
TV Bedieningsknoppen: U kunt het geluidsniveau,
invoerbron, en power schakelaar van uw TV bedienen.
(zie pagina 43)
AMP
a
b
c
d
e