Als de programmeermodus Satelliet is ingeschakeld
Satelliet
Selecteer de gewenste satelliet.
LNB-frequentie
Selecteer een waarde van 9750/10600, 9750/10750, 9750, 10600, 10750, 11300,
5150, MDU1, MDU2, MDU3, MDU4, MDU5. Als u 9750/10600, 9750/10750 (MHz)
selecteert, is 22kHz Tone uitgeschakeld. Als u de LNB-frequentiewaarde niet in de
lijst kunt vinden, selecteert u Gebruiker en voert u de frequentie handmatig in.
Sommige modellen worden mogelijk niet ondersteund.
Transponder
selecteer de transponder die u wilt afstemmen.
22kHz Tone
Wanneer u de schakelaar 22kHz Tone gebruikt, kiest u 22 kHz of 0 Hz. Als u 22kHz
Tone gebruikt, zijn Unicable en Motortype uitgeschakeld.
LNB Stroom
Om de stroomvoorziening voor de LNB in te schakelen, kiest u Aan. Als u Uit
selecteert, is Motortype uitgeschakeld.
DiSEqC
Wanneer u DiSEqC gebruikt, kiest u een optie uit A-D/ToneA-B. Als u DiSEqC
gebruikt, zijn Unicable en Motortype uitgeschakeld.
Unicable
Selecteer Aan om Unicable te gebruiken en stel de Unicable in het menu Unicable-
instellingen in. Wanneer Unicable is ingeschakeld, zijn 22kHz Tone, DiSEqC en
Motortype uitgeschakeld.
Motortype
Selecteer Motortype om Motor te gebruiken en stel Motor in het menu Motorinstelling
in. Wanneer Motor is ingeschakeld, zijn 22kHz Tone, DiSEqC en Unicable
uitgeschakeld.
Als u de satelliet instelt op Overige, moet u met Transponderwijziging een transponder