netwerkadapter/-kaart
Een apparaat waarmee computers of printers met elkaar kunnen communi-
ceren via een netwerk.
netwerkhub
Een apparaat waarmee meerdere apparaten met elkaar verbonden kunnen
worden op een bedraad netwerk.
netwerknaam
Zie “SSID (Service Set Identifier)” op pagina 141
persoonlijke naam van een printer
De naam die u hebt toegewezen aan de printer zodat u en anderen deze kunnen
herkennen op het netwerk.
pingen
Een test waarmee u kunt bepalen of uw computer kan communiceren met een
ander apparaat.
router
Een apparaat dat één netwerkverbinding deelt met meerdere computers of
andere apparaten. De hoofdrouter beheert het netwerkverkeer.
signaalsterkte
Indicatie van de sterkte waarmee een uitgezonden signaal wordt ontvangen.
SSID (Service Set Identifier)
De naam van een draadloos netwerk. Als u een printer aansluit op een draadloos
netwerk, moet de printer dezelfde SSID gebruiken als het netwerk. Dit wordt
ook netwerknaam of BSS (Basic Service Set) genoemd.
Statisch IP-adres
Een IP-adres dat handmatig door u wordt toegewezen.
switch
Een apparaat dat vergelijkbaar is met een netwerkhub waarmee verschillende
netwerken met elkaar kunnen worden verbonden.
UAA (Universally Administered
Address)
Een adres dat door de fabrikant aan een netwerkprinter of afdrukserver wordt
toegewezen. Als u de UAA nodig hebt, drukt u een netwerkconfiguratiepagina
af en zoekt u de UAA-vermelding op.
USB-kabel
Een lichtgewicht, flexibele kabel waarmee de printer veel sneller kan commu-
niceren met de computer dan met parallelle kabels.
USB-poort
Een kleine, rechthoekige poort op de achterkant van de printer waarop randap-
paraten kunnen worden aangesloten met een USB-kabel en die gebruikt kan
worden voor communicatie met hoge snelheden.
WEP (Wired Equivalent Privacy)
Een beveiligingsinstelling waarmee niet-geautoriseerde toegang tot een
draadloos netwerk wordt voorkomen. Andere mogelijke beveiligingsinstel-
lingen zijn WPA en WPA2.
Wi-Fi
Een term waarmee de technologie wordt beschreven die wordt gebruikt voor
een draadloos lokaal netwerk (WLAN).
WPA (Wi-Fi Protected Access)
Een beveiligingsinstelling waarmee niet-geautoriseerde toegang tot een
draadloos netwerk wordt voorkomen. WPA wordt niet ondersteund op
draadloze ad-hocnetwerken. Andere mogelijke beveiligingsinstellingen zijn
WEP en WPA2.
WPA2
Een nieuwere versie van WPA. Oudere routers bieden hiervoor waarschijnlijk
geen ondersteuning. Andere mogelijke beveiligingsinstellingen zijn WPA en
WEP.
Verklarende woordenlijst voor netwerken
141