6.2. Inhoud van de verpakking.
- Heater ................................................ ........................... 1 stuk
- Veiligheidsventiel ............................................... ......... 1 stuk
- Handleiding met garantiebewijs ................................. 1 stuk
6.3. Plaatsen van de boiler.
De boiler kan bevestigd worden aan de haken. Let er op deat u de juiste keuze maakt in het gebruik van
montagemiddelen zoals schroeven en haken. Zorg ervoor dat men de boiler zo plaats dat er geen
schade aan het gebouw achterblijft na verwijderen van de boiler. Bij de montage goed letten op: de
lengte van het snoer, de afstand van het stopcontact en de plaats van het veiligheidsventiel zodat er
geen water kan druipen uit veiligheidsklep waar het niet gewenst is. Installeer het toestel nooit in een
potentieel explosieve atmosfeer, stel het niet bloot aan temperaturen onder de 5 graden C, plaats de
boiler niet op een plaats waar veel waterdamp is (bijvoorbeeld boven het bad), en niet platsen op een
locatie waar bij eventueel vallen van de boiler deze veel schade aan kan richten.
6.4. Aansluiting op de waterleiding.
De boiler moet dusdanig gemonteerd worden dat deze makkelijk verwijderd kan worden bij eventueel
onderhoudt. Ook moet altijd het verwarmingselement met magnesium anode makkelijk bereikbaar
blijven voor vervanging. De minimum afstand van de bodemplaat waar de anode gemonteerd wordt op
de boiler is 35 cm. Het koudwatertoevoer kan bevestigd worden aan de blauw ingang, en de
warwateruitgang op de rode uitgang. Let op dat u buizen gebruikt die bestand zijn tegen 95 graden C en
een druk van 0,7 Mpa. (geen kunststof leidingen). Wij adviseren een flexibele bewapende metalen
leiding te nemen.
Installeer de veiligheidsklep die de terugslagklep met een druk van 0,6 MPa op de inlaad. De pijl op de
veiligheidsklep moet in overeenstemming zijn met de stroomrichting van het water. De uitlaat van de
veiligheidklep mag niet naar boven gericht. Het hete water dat kan ontstaan bij hoge druk in de
veiligheidklep moet vrij naar buiten kunnen lopen. Neem eventueel een afvoerbuis om de uitstoot te
reguleren.
Tussen de veiligheidsklep en de boiler kan kan indien gewenst een klep worden gemonteerd, (T-fitting),
die het mogelijk maakt de tank van de boiler te legen. Als in rust de druk in de waterleiding hoger is dan
0,5 MPa moet er een drukregelaar worden geïnstalleerd (water aansluiting op het gebouw) vanwege de
mogelijkheid van plotselinge pieken in de waterdruk van meer dan 0,6 MPa.
6.5. Aansluiting op het lichtnet.
De boiler moet worden aangesloten op het lichtnet (uitgerust met een aardlekschakelaar en
installatie automaat) met een geaarde stekker niet. Gebruik nooit stopcontact zonder aarde. Dat
kan levensgevaarlijk zijn! Gebruik geen meervoudige adapters of klemmenblok. Steek de stekker
alleen in het stopcontact als de boiler is gevuld met water. Indien u dit niet doet kan er schade ontstaan
aan het verwarmingselement en zal deze moeten worden vervangen.