146
Technische gegevens
Cameratype Compacte kleinbeeld-meetzoeker-systeemca-
mera met elektronisch gestuurde sluiter evenals 2 mecha-
nisch gestuurde sluitertijden.
Aansluiting objectief Leica M bajonet.
Objectiefsysteem Leica M objectieven van 21–135mm.
Belichtingsmeting Belichtingsmeting door het objectief
(TTL), selectief voor het actuele diafragma. Midden-geac-
centueerde, integrale TTL-meting voor flitsbelichting met
aan het systeem aangepaste SCA 3000 Standard flitsappa-
raten.
Meetprincipe Gemeten wordt het door een meetstip, in het
midden van het eerste sluitergordijn, gereflecteerde licht.
De meetstip heeft een diameter van 12mm en komt daar-
mee overeen met ca. 13% van het volledige negatiefformaat
of in de zoeker met ca. twee derde van de korte zijde van het
betreffende zoekerkader.
Meetbereik (b. ISO 100/21°) Van 0,03 tot 125000cd/m
2
bij kamertemperatuur, normale luchtvochtigheid en diafrag-
ma 1,0, dit komt overeen met EV-2 tot 20 resp. f/1 en 4s tot
f/32 en 1/1000s. Knipperen van de linker, driehoekige LED
in de zoeker geeft een waarde onder het meetbereik aan.
Meetcel voor het aanwezige licht (permanent licht-metin-
gen) Silicium-fotodiode met convergerende lens linksboven
achter de bajonetsluiting van de camera.
Filmgevoeligheid bereik Naar keuze automatische instel-
ling van ISO 25/15° tot ISO 5000/38° voor films met DX-
code of handmatige instelling van ISO 6/9° tot 6400/39°.
Door extra instelling van een belichtingscorrectie (± 2 EV)
zijn in totaal gevoeligheiden van ISO 1,5/3° tot 25000/45°
te gebruiken.
Belichtingsmodus Naar keuze automatische besturing van
de sluitertijd – met relevante, digitale indicatie – bij hand-
matige keuze van het diafragma vooraf (tijdautomaat) of
handmatige instelling van sluitertijd en diafragma en af-
stemming door middel van LED-lichtschaal.
Flitsbesturing
Aansluiting flitsapparatuur
Via accessoireschoen met mid-
den- en stuurcontacten of genormeerde aansluitbus voor flitser.
Synchronisatie Naar keuze op het eerste of tweede sluiter-
gordijn te schakelen (met overeenkomstig flitsapparaat en
SCA 3502 adapter).
Flitssynchronisatietijd = 1/50s; automatische instelling
bij AUTO; langere sluitertijden bij handmatige instelling te
gebruiken; kortere sluitertijden (1/250 s, 1/500s,
1/1000 s) bij handmatige instelling te gebruiken als aan-
gesloten flitsapparaat de functie "High Speed Synchroni-
zation" ondersteunt en SCA-3502 adapter wordt gebruikt.
Flitsbelichting meetmethode (m. SCA-3501/3502 adapter
of SCA-3000-Standard flitsapparaat, bijv. LEICA SF20/
SF24D) TTL besturing met in het midden geaccentueerde,
integrale meting.
Flits meetcel Silicium-fotodiode met convergerende lens
rechts onder achter de bajonetsluiting van de camera.
Filmgevoeligheidsbereik voor TTL flits belichtingsmeting
ISO 12/12° tot 3200/36°
Flits belichtingscorrectie Plus/minus 3
1
/
3
EV in stappen
van
1
/
3
EV op de adapter SCA-3501/3502 in te stellen. Op
de LEICA SF 20/SF 24D zijn ±3 EV in stappen van
1
/
3
EV,
resp. van 0 tot –3 EV in stappen van 1 EV bij computerbe-
sturing in te stellen.
Indicaties bij flitsfunctie Bedrijfsklaar: door voortdurend
branden van de LED als flitssymbool in de zoeker. Voort-
gangscontrole: door het blijven branden of tijdelijk snel
knipperen van de LED na de opname en indicatie van on-
derbelichting door tijdelijk uitgaan van de LED.