230
ONDERHOUD
Omdat elke vervuiling tevens een voedingsbodem voor micro-
organismen vormt, moet de uitrusting zorgvuldig worden
schoongehouden.
VOOR DE CAMERA
•Reinig de Leica M uitsluitend met een zachte, droge doek.
Hardnekkig vuil moet eerst met een sterk verdund afwasmiddel
worden bevochtigd – en vervolgens met een droge doek worden
weggeveegd.
•Camera en objectief worden voor het verwijderen van vlekken en
vingerafdrukken met een schone, pluisvrije doek afgeveegd. Vuil in
moeilijk toegankelijke hoeken van de camerabody kan met een
klein penseel worden verwijderd. De sluiterlamellen mogen in geen
geval worden aangeraakt.
•Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw Leica M
zijn gesmeerd. Denk eraan als u de camera langere tijd niet
gebruikt: de camera ongeveer elke drie maanden meerdere keren
ontspannen om verharsen van de smeerpunten te voorkomen. Ook
is het raadzaam alle overige bedieningselementen regelmatig te
verstellen of te gebruiken. Ook de afstandsinstelring en diafragma-
instelring van de objectieven moeten regelmatig worden bewogen.
•Let op dat de sensor voor de 6-bit codering in de bajonet (zie pag.
147) niet wordt vervuild of verkrast. Zorg er ook voor dat zich
daar geen zandkorrels of dergelijke deeltjes verzamelen die
krassen op de bajonet kunnen veroorzaken. Reinig dit onderdeel
uitsluitend droog en oefen geen druk uit op het afdekglas!
VOOR OBJECTIEVEN
•Op de buitenlenzen van het objectief moet het verwijderen van stof
met het zachte haarpenseel normaal gesproken volstaan. Bij
sterkere vervuiling kunnen deze met een zeer schone,
gegarandeerd smetvrije, zachte doek in cirkelvormige bewegingen
van binnen naar buiten voorzichtig worden gereinigd. Wij adviseren
microvezeldoekjes (verkrijgbaar in de foto- en optiekzaak) die in
een beschermende verpakking worden bewaard en bij
temperaturen tot 40°C wasbaar zijn (geen wasverzachter, nooit
strijken!). Reinigingsdoekjes voor brillen die met chemische
middelen zijn geïmpregneerd, mogen niet worden gebruikt omdat
ze het objectiefglas kunnen beschadigen.
•Let op dat de 6-bit codering in de bajonet (sj) niet wordt vervuild of
verkrast. Zorg er ook voor dat zich daar geen zandkorrels of
dergelijke deeltjes verzamelen die krassen op de bajonet kunnen
veroorzaken. Reinig dit onderdeel uitsluitend droog!
•Optimale bescherming van frontlenzen bij ongunstige
opnameomstandigheden (bijv. zand, spetters zout water!) verkrijgt
u met kleurloze UVa-filters. Er moet echter rekening mee worden
gehouden dat ze bij bepaalde tegenlichtsituaties en grote
contrasten, zoals bij elk filter, ongewenste reflexen kunnen
veroorzaken. Het altijd raadzame gebruik van een tegenlichtkap
biedt extra bescherming tegen ongewenste vingerafdrukken en
regen.