Controleren van de verticale lijn: Apparaat op ca. 5 meter van de wand
opstellen, aan de wand een lood met ongeveer 2 meter draad bevestigen , de
draad moet vrij kunnen pendelen, apparaat instellen in de vertikale positie en
wanneer u de draad nadert moet, mag het verschil niet meer zijn dan 1,5 mm
daarbij blijft u binnen de gestelde tollerantie.
Controleren van de horizontale lijn:
Apparaat op ca . 5 meter van de wand opstellen,
en het laserkruis instellen, Punt B aan de wand
markeren, laserkruis ca. 2,5 meter naar rechts
draaien en punt C markeren, controleer nu of
of de waterpaslijn van punt C, ongeveer 2mm op de gelijke hoogte ligt dan
punt B, dezelfde controle kunt u tevens naar links uitvoeren.
GreenLine-Laser 2 P
NEDERLANDS
20
Kalibratie controleren: 3. Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen de
wand ter hoogte van punt A1.
4. Draai het toestel
vervolgens 180° en
markeer punt A3.
Het verschil tussen
A2 en A3 moet bin-
nen de tolerantie
van de nauwkeurig-
heid zitten.
Kalibratie controle voorbereiden: U kan de kalibrering van de laser con-
troleren. Plaats het toestel in het midden tussen twee muren die minstens 5
meter van mekaar verwijderd zijn (Laserkruis aan). Voor een optimale controle
een statief gebruiken.
1.
Markeer punt A1 op de wand.
2. Draai het toestel
180° om en markeer
het punt A2. Tussen
A1 en A2 heeft u nu
een horizontale
referentie.