Greenline-Laser 1 Pro
NEDERLANDS
20
Opgelet:
wanneer het verschil tussen punt A1 en A5 groter is dan de aangegeven
tolerantie, nl. 3 mm / 10 m, is een kalibratie nodig. Neem hiervoor contact
op met uw vakhandelaar.
Horizontale kalibrering controleren:
1. Markeer punt A1 op de wand. Breng het apparaat midden op punt A1
aan, lijn het uit en schakel het daarna in. Stel de laserlijn zodanig in dat
deze tot aan het einde van de wand reikt, zie ook pagina 18.
2. Markeer punt A2 en ga zo door totdat u punt 5A gemarkeerd hebt. Deel
de afstand tussen A1 en A5 door de totale lengte (S1 + S2 + S3 + S4). Het
apparaat ligt binnen de tolerantie wanneer het verschil tussen A1 en A5
niet groter is dan 3 mm / 10 m.
A1
A2
A3
A4
A5
Verticale kalibrering controleren:
Bevestig een lood met een min. 2,5 m lang snoer op de wand, het lood moet
daarbij vrij kunnen pendelen. Breng het apparaat aan het einde van het
richtsnoer aan, lijn het verticaal uit en schakel het in. De nauwkeurigheid ligt
binnen de tolerantie wanneer de afwijking tussen de laserlijn en het
richtsnoer niet groter is dan 3 mm / 10 m.
S1
S2
S3
S4