Begrenzing van de kalibratie
NEDERLANDS 33
De kalibratie gebeurd nu elektronisch
A. Kalibratiemoduul instellen
Kalibratie kan nu elektronisch gebeuren met de handontvanger.
1. Het apparaat uitschakelen en met de ingedrukte -knop weer aanzetten.
( -knop indrukken). Daarbij -knop zolang ingedrukt houden, tot het
-lampje brand. Daarna kan de -knop worden losgelaten.
2. Het oplichten van een van de drie lampjes signaleerd welke as kan worden
gekalibreerd.
X-as = -led links, Y-as = -led midden, Z-as = -led rechts.
3. Nu kan met behulp van de afstandbediening de kalibrering worden voortgezet.
Door het indrukken van de -knop volgt de omstelling van de X-Y as.
4. Voor de instelling van de Z-as moet men de kalibrering van de X-Y as beeindigen
(zie D). Het apparaaat vertikaal neerzetten, het apparaat in het kalibreermoduul
instellen en opnieuw de kalibratie kompleet uitvoeren.
B. Kontrole en kalibratie van de X/Y/Z assen.
Zie pag. 32
C. Korrektie van de kalibratie.
Met de en knoppen de afstandbediening (door meermaals indrukken),
de punt van de aktuele positie op de hoogte van het referentiepunt M of B2
brengen.
D. Beeindiging van de kalibratie
Afbreken: Door het uitschakelen van het apparaat wordt de totale kalibratie
afgebroken en de vorige positie weer ingenomen.
Vastzetten: Door het indrukken van de -knop wordt de kalibratie vast
ingesteld.