37
BELANGRIJK Als de “TP”-func-
tie is ingeschakeld en het station
waarop is afgestemd, zendt geen
verkeersinformatie uit of is niet meer
in staat verkeersinformatie uit te
zenden (op het display verschijnt
niet het opschrift “TP”), dan
gebeurt na ongeveer 1 minuut het
volgende:
– als u naar een cassette of CD luis-
tert, wordt automatisch naar een
ander station gezocht dat verkeers-
informatie uitzendt;
- als u naar de radio luistert, hoort
u een akoestisch signaal. Dit signaal
geeft aan dat het niet mogelijk is
verkeersinformatie te ontvangen; om
dit signaal te onderbreken moet op
een station worden afgestemd dat
wel verkeersinformatie uitzendt of
de “TP”-functie worden uitgescha-
keld.
FUNCTIE “RDS-AF”
(zoeken naar alternatieve fre-
quentie)
De autoradio kan dank zij het
RDS-systeem op twee verschillende
manieren werken:
– zoeken naar alternatieve frequen-
ties ingeschakeld;
– zoeken naar alternatieve frequen-
ties uitgeschakeld.
Als het signaal van een RDS-sta-
tion zwakker wordt, kan er één van
de volgende situaties ontstaan:
– Als de functie “RDS-AF” is inge-
schakeld en is afgestemd op een
RDS-station, wordt automatisch
afgestemd op de optimale frequentie
van het geselecteerde station en
wordt er dus automatisch afgestemd
op het station met het sterkste sig-
naal dat hetzelfde programma uit-
zendt. Tijdens het rijden kunt u zo
blijven luisteren naar het geselec-
teerde station zonder dat u opnieuw
op het station moet afstemmen, als u
in een ander gebied komt. Uiteraard
moet het station ontvangen kunnen
worden in het betreffende gebied.
– Als de functie “RDS-AF” daaren-
tegen is uitgeschakeld, wordt niet
automatisch op het station afge-
stemd met het sterkste signaal en
moet handmatig gezocht worden
naar het sterkste station met behulp
van de afstemtoetsen.
Selecteer voor het in-/uitschakelen
van de functie “RDS-AF”, de functie
met de rechter draaiknop 21 (fig. 1),
en druk vervolgens op de draaiknop
om de instelling te bevestigen. De
functie is ingeschakeld als in het
vakje naast het opschrift het sym-
bool “√”.
De RDS-naam (indien beschik-
baar) blijft weergegeven op het dis-
play.
Als de radio op de AM-band werkt
en de toets SRC 12 (fig. 1 ) wordt
ingedrukt, dan wordt overgescha-
keld naar de FM-band en afgestemd
op het laatst beluisterde station.