25
MECHANISCHE BEVEILIGING
(fig. 21)
De schuifdeuren achter zijn uitge-
rust met een beveiligingssysteem
waardoor de deuren niet van bin-
nenuit kunnen worden geopend:
stand 1 - systeem uitgeschakeld
(deur kan van binnenuit worden
geopend);
stand 2 - systeem ingeschakeld
(deur vergrendeld);
Het systeem blijft ook ingeschakeld
na het elektrisch ontgrendelen van
de portieren.
BELANGRIJK Het systeem werkt
alleen op de betreffende deur.
Als de extra vergrende-
ling is ingeschakeld, is
het niet meer mogelijk de
portieren te openen, ook niet van
binnenuit. Schakel daarom de
extra vergrendeling niet in als er
nog passagiers in de auto zijn.
De extra vergrendeling wordt uit-
geschakeld bij het openen van de
portieren met de sleutel of met de
afstandsbediening door knopje B
(fig. 7) in te drukken.
fig. 21
L0B0014b
KINDER-
VEILIGHEIDSSLOT
Het kinderveiligheidsslot kent twee
typen: elektrische beveiliging of
mechanische beveiliging.
ELEKTRISCHE BEVEILIGING
(fig. 20)
Bij de bedieningsknoppen aan
bestuurderszijde voor de elektrische
ruitbediening bevindt zich de knop A.
Met deze knop kunnen de bedie-
ningsknoppen van de rijen achter
worden uitgeschakeld, waardoor de
zijruiten, de opendaken (indien aan-
wezig) en de zijschuifdeuren van de
tweede rij niet kunnen worden geo-
pend.
Schakel dit systeem
altijd in als u kinderen
vervoert.
fig. 20
L0B0013b