21
De auto wordt met ingeschakelde
“autoclose”-functie geleverd; als
sneller dan 10 km/h wordt gereden
dan vergrendelen de portieren en de
achterklep automatisch. De functie
werkt iedere keer als de contactsleu-
tel in stand M wordt gedraaid en
gaat gepaard met een akoestisch sig-
naal (“bip”).
Druk langer dan 3 seconden op
knopje A om deze functie uit te
schakelen.
BEDIENINGSKNOPPEN TWEE-
DE RIJ ELEKTRISCH UITSCHA-
KELEN
(fig. 12)
Bij de bedieningsknoppen aan
bestuurderszijde voor de elektrische
ruitbediening bevindt zich de knop
A. Met deze knop kunnen de bedie-
ningsknoppen van de rijen achter
worden uitgeschakeld, waardoor de
zijruiten, de opendaken (indien aan-
wezig) en de zijschuifdeuren van de
tweede rij niet kunnen worden geo-
pend.
VOORPORTIEREN
Van buitenaf openen/vergrende-
len, met de hand (fig. 13)
Openen: draai de contactsleutel in
stand 1 en trek de handgreep in de
richting van de pijl.
Vergrendelen: sluit het portier en
draai de sleutel in stand 2.
BELANGRIJK Voordat de sleutel
wordt gedraaid, moet deze volledig
in het slot zijn gestoken.
fig. 12
L0B0013b
fig. 13
L0B0008b
Schakel dit systeem
altijd in als u kinderen
vervoert.
Controleer nadat u het
veiligheidssysteem hebt
ingeschakeld of het sys-
teem daadwerkelijk is ingescha-
keld door aan de handgreep aan
de binnenzijde van de portieren
te trekken.