17
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
MECHANISCHE SLEUTEL
(RESERVESLEUTEL) fig. 17-18
Afhankelijk van de uitvoering kan de
auto zijn uitgerust met een verzink-
bare sleutel 1 of een vaste sleutel 2.
De metalen baard A van de sleutel 1
zit in de handgreep opgeborgen.
De knop B dient voor het uitklappen
van de metalen baard A.
Voor het inklappen van de metalen
baard A in de handgreep moet u:
❒ het knopje B indrukken en inge-
drukt houden
❒ de metalen baard A bewegen
❒ het knopje B loslaten en de meta-
len baard A draaien totdat hij op
de juiste wijze is ingeklapt en ver-
grendeld.
Met de sleutels bedient u:
❒ het start-/contactslot;
❒ het slot in het bestuurdersportier;
❒ het tankklepje (bij uitvoeringen
met tankdop met slot)
❒ de noodportiervergrendeling als
het elektrische systeem niet werkt
(bijv. lege accu);
❒ de kinderveiligheidssloten op de
achterportieren.
fig. 17
L0D0014m
fig. 18
L0D0380m
Druk het knopje B alleen
in als de sleutel ver genoeg
van het lichaam (speciaal de ogen)
en van voorwerpen die snel be-
schadigen (bijvoorbeeld kleding-
stukken) is verwijderd. Laat de
sleutel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand
(dit geldt in het bijzonder voor kin-
deren) per ongeluk op de knop
drukt.
ATTENTIE