EN ISO 7779 ............................................................................................................................................ 1-6
Aan- en uitzetten ................................................................................................................................................ 2-9
Standaardinstellingen van het apparaat ........................................................................................................... 2-16
Datum en tijd instellen ........................................................................................................................... 2-16
Command Center RX ....................................................................................................................................... 2-24
Toegang tot Command Center RX ......................................................................................................... 2-25
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
Toegang tot Command Center RX
1
Geef het scherm weer.
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
Voorbeelden:192.168.48.21/ (IP-adres)
MFP001 (als de hostnaam "MFP001" is)
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het Command Center RX weer,
evenals hun huidige status.
OPMERKING
Om gebruik te maken van de faxfuncties is de optionele faxkit vereist.
Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten. Raadpleeg de
FAX Operation Guide
voor meer
informatie over de faxfunctie.
Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in om toegang te hebben tot alle functies van de Command Center RX
pagina's en klik op Aanmelden. Door het vooraf ingestelde wachtwoord van de systeembeheerder in te voeren, kan
de gebruiker alle pagina's openen, inclusief Documentbox, Adresboek en Instellingen in het navigatiemenu. De
standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt
hieronder getoond.
* Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig).
OPMERKING
Bij het verbinding maken met Command Center RX, kan er een bericht verschijnen met de
tekst "Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website". Om het
verschijnen van dit bericht te voorkomen, installeert u de certificaten van het apparaat naar
de webbrowser. Raadpleeg
Command Center RX User Guide
voor meer informatie.
Aanmelding gebruikersnaamAdmin
Aanmelding wachtwoordAdmin
2-26
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
2
Configureer de functie.
Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. Wanneer u inlogt op de
machine als beheerder, ziet u [
Apparaatinstellingen
], [
Functie-instellingen
],
[
Netwerkinstellingen
], [
Beveiligingsinstellingen
] en [
Beheerinstellingen
].
2-27
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
Beveiligingsinstellingen wijzigen
In dit hoffdstuk wordt beschreven hoe de beveiligingsinstellingen kunnen worden gewijzigd.
1
Geef het scherm weer.
Open Command Center RX zoals beschreven in Toegang tot Command Center RX op pagina
2-25.
2
Configureer de beveiligingsinstellingen.
Vanaf de menu [
Beveiligingsinstellingen
], selecteert u de instelling die u wilt configureren.
De configureerbare instellingen zijn [
Beveiliging apparaat
], [
Beveiliging verzenden
],
[
Netwerkveiligheid
], en [
Certificaten
].
OPMERKING
De configureerbare instellingen in [
Beveiliging apparaat
], [
Beveiliging verzenden
] en
[
Netwerkveiligheid
] kan ook worden geconfigureerd via de systeemmenu van het
apparaat.
Voor meer informatie, raadpleeg de
Engelse
gebruikershandleiding.
Voor informatie over de instellingen met betrekking tot de certificaten, raadpleeg
Command
Center RX User Guide
.
2-28
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
Hostnaam veranderen
De hostnaam van het apparaat wijzigen.
1
Geef het scherm weer.
1
Open Command Center RX zoals beschreven in Toegang tot Command Center RX op
pagina 2-25.
2
Vanaf de menu [
Apparaatinstellingen
], kies [
Systeem
].
2
Geef de hostnaam op.
Onder "Apparaatinstellingen", voert u de hostnaam in onder "Hostnaam" en klikt u vervolgens
op [
Verzenden
].
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat
UIT en vervolgens weer AAN.
Om de netwerkkaart opnieuw op te starten, klikt u op [Resetten] in de menu
[Beheerinstellingen], en klikt u vervolgens op [Netwerk opnieuw opstarten] in
"Herstarten".
3
2
1
2-29
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
E-mailinstellingen
Door de SMTP-instellingen te configureren, kunt u e-mailberichten over voltooide taken versturen.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol
gebruikt.
Daarnaast controleert u het volgende.
•De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
•SMTP-instellingen
Gebruik het Command Center RX om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
•Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1
Geef het scherm weer.
1
Open Command Center RX zoals beschreven in Toegang tot Command Center RX op
pagina 2-25.
2
Vanaf de menu [
Functieinstellingen
] kilkt u op [
E-mail
].
1
2
2-30
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
2
Configureer de instellingen.
Voer de betreffende waarden voor alle velden in.
InstellingBeschrijving
SMTPStel in om e-mails vanaf de machine te versturen.
SMTP-protocolStel het SMTP-protocol in. Stel de "SMTP (E-mail TX)" instelling
in op [Aan] op de pagina [Protocolinstellingen].
SMTP-
servernaam
Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in.
SMTP-
poortnummer
Geef het poortnummer op voor de SMTP. Gebruik de standaard
SMTP-poort 25.
Time-out SMTP-
server
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
Verificatie-
protocol
Geef aan of SMTP-verificatie is vereist. Om de verificatie te
gebruiken, voert u de gebruikersinformatie voor verificatie in.
SMTP-beveiligingStel SMTP beveiliging in.
Activeer "SMTP-beveiliging" in "SMTP (E-mail TX) " op de
de pagina [Protocolinstellingen].
POP voor SMTP-
timeout
Geef de tijd in seconden op tot de wachttijd voor de verbinding
met POP-server is verlopen. Dit kan worden ingesteld wanneer
[POP voor SMTP] is geselecteerd in "Verificatieprotocol".
Verbinding
testen
Test om te bevestigen dat de instellingen correct zijn.
Domein-
beperking
Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op
[Domeinenlijst] en voer de domeinnamen van de adressen in
die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan
ook worden opgegeven via e-mail adres.
POP3Stel in om een e-mail op de machine te ontvangen.
POP3-protocolStel POP3-protocol in. Stel de "POP3 (E-mail RX)" instelling in
op [Aan] op de pagina [Protocolinstellingen].
Controle-intervalGeef het tijdsinterval in minuten op voor het controleren van
inkomende e-mails.
Nu uitvoerenKlik op [Ontvangen] om direct verbinding te maken met de
POP3-server en te controleren op inkomende e-mails.
Domein-
beperking
Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op
[Domeinenlijst] en voer de domeinnamen van de adressen in
die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan
ook worden opgegeven via e-mail adres.
Gebruikers-
instellingen
POP3
Configureer de instellingen voor POP3-gebruikersaccounts en
de POP3-server. U kunt maximaal drie gebruikers configureren.
2-31
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
3
Klik op [Verzenden].
Instellingen
voor
e-mail
verzenden
Grootte-
beperking e-mail
Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in
kilobytes. Als de grootte van een e-mail deze waarde
overschrijdt, dan wordt een foutbericht weergegeven en wordt
het verzenden van de e-mail geannuleerd. Gebruik deze
instelling als u groottebeperking e-mail voor de SMTP-server
heeft ingesteld. Zoniet, voer een waarde in van 0 (nul) om e-
mails zonder groottebeperking te kunnen versturen.
Adres afzenderVoer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is
voor het apparaat, bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt
ervoor dat een antwoord of een afleveringsfoutrapport naar een
persoon wordt gestuurd in plaats van naar het apparaat. Het
adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor
SMTP-verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal
128 karakters lang zijn.
HandtekeningVoer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die
wordt weergegeven aan het einde van het e-mailbericht. Deze
wordt vaak gebruikt om het apparaat verder te identificeren. De
handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Standaard-
instellingen
functies
Wijzig de functie standaardinstellingen op de pagina
[Gemeensch./Standaard instellingen taak].
InstellingBeschrijving
2-32
Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
3-1
3Voorbereiding voor
het gebruik
In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd.
Gebruik van het bedieningspaneel ..................................................................................................................... 3-2
De hoek van het bedieningspaneel aanpassen ....................................................................................... 3-3
Informatie op het aanraakscherm ...................................................................................................................... 3-4
Scherm Home .......................................................................................................................................... 3-4
Weergave voor originelen en papier ........................................................................................................ 3-8
Weergave van gedeactiveerde toetsen ................................................................................................... 3-8
Voorbeeld van origineel ........................................................................................................................... 3-9
De toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken ........................................................................................ 3-11
Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand ................................................. 3-14
Slaapstand en automatische slaapstand ............................................................................................... 3-15
Papier plaatsen ................................................................................................................................................ 3-16
Voordat u het papier plaatst ................................................................................................................... 3-17
Papier in de cassettes plaatsen ............................................................................................................. 3-18
Papier in de multifunctionele lade plaatsen ........................................................................................... 3-26
Formaat invoerVoer een formaat in dat niet tot de standaardformaten behoort.
Instelling
Metrisch
X : 148 tot 457 mm (in stappen van 1mm)
Y : 98 tot 304 mm (in stappen van 1mm)
Inch
X : 5,83 tot 18,00" (in stappen van 0,01")
Y : 3,86 tot 12,00" (in stappen van 0,01")
MediatypeSelecteer het mediatype.
Waarden: Normaal (60 tot 105 g/m
2
), Ruw, Transparant, Velijn (60 - 105 g/m
2
),
Etiketten, Recycle, Afgedrukt
* 2
, Dik papier, Karton, Kleur, Geperforeerd
* 2
,
Briefpapier
* 2
, Envelop, Dik (106 g/m
2
of meer), Gecoat, Hoge kwaliteit,
Tabblad-scheiders
* 3
, Custom 1-8
OPMERKING
Als de optionele faxkit geïnstalleerd is, dan zijn de volgende mediatypes beschikbaar voor het afdrukken van
inkomende faxen.
Normaal, Etiketten, Recycle, Dik papier, Velijn, Kleur, Gecoat, Karton, Envelop, Dik, Hoge kwaliteit, Ruw en Custom 1
tot 8
3-34
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Druk op [Cassette/MF lade instellingen], [Volgende] van "Instelling MF-cassette", en
vervolgens [Wijzigen] van "Papierformaat".
2
Configureer de instellingen.
1
Voor automatische detectie van het papierformaat drukt u op [Auto] en selecteert u
[Metrisch] of [Inch] als eenheid.
Om het papierformaat te selecteren drukt u op [Standaard Formaten 1], [Standaard Formaten 2],
[Overige] of [Formaat invoer] en selecteert u het papierformaat.
Selecteer [Formaat], druk op [+], [-] om de afmetingen "X" (horizontaal) en "Y" (verticaal) in te voeren.
Druk op [Nummers] om gebruik maken van de numerieke toetsen.
2
Druk op [OK].
Het vorige scherm verschijnt opnieuw.
3
Druk op [Wijzigen] van "Mediatype" om het mediatype te selecteren en druk op [OK].
Cassette/MF lade instellingen - Papierformaat
Het formaat van de multifunctionele cassette instellen.
Standaard
Formaten 1
Auto
Standaard
Formaten 2
Overige
Formaat
invoer
A3A4A4A5
A6B4B5B5
AnnulerenOK
B6216x340mm
Cassette/MF lade instellingen - Papierformaat
Het formaat van de multifunctionele cassette instellen.
Standaard
Formaten 1
X(148 - 457)
297
Auto
Nummers
Y(98 - 304)
210
Nummers
Standaard
Formaten 2
Overige
Formaat
invoer
AnnulerenOK
mm
mm
1
3
2
Cassette/MF lade instellingen - Mediatype
De papiersoort in de multifunctionele cassette selecteren.
VelijnNormaal
AfgedruktRecycleDik papier
Briefpap.Geperf.
Kleur
Custom 2Custom 1
Gecoat
Custom 3
Custom 4Custom 7Custom 6Custom 5Custom 8
TransparantEtiketten
Karton
DikEnvelop
AnnulerenOK
Hoge kwalit.
Tabblad
Scheiders
Ruw
2
1
4-1
4Bediening van het
apparaat
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Originelen plaatsen ............................................................................................................................................ 4-2
Originelen op de glasplaat plaatsen ......................................................................................................... 4-2
Originelen in de documenttoevoer plaatsen ............................................................................................ 4-3
Serienummer van het apparaat controleren ....................................................................................................... 4-5
Programma ........................................................................................................................................................ 4-6
Sneltoetsen bewerken en verwijderen ................................................................................................... 4-12
Gebruik van de webbrowser ............................................................................................................................ 4-13
Opstarten en afsluiten van de browser .................................................................................................. 4-13
Gebruik van het browserscherm ............................................................................................................ 4-14
Taken annuleren .............................................................................................................................................. 4-15
Taken annuleren .................................................................................................................................... 4-15
Een afdruktaak vanaf de computer annuleren ....................................................................................... 4-16
De bestemming opgeven ....................................................................................................................... 4-26
Bestemmingen controleren en bewerken .............................................................................................. 4-34
Bevestigingsscherm voor bestemmingen .............................................................................................. 4-35
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) ............................................... 4-36
Wat is de documentbox? .................................................................................................................................. 4-37
Basisbediening van de documentbox .................................................................................................... 4-38
4-2
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Originelen plaatsen
Originelen op de glasplaat plaatsen
Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen.
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie over de afdrukrichting van het origineel de
Engelse gebruikershandleiding
.
VOORZICHTIG
Laat de glasplaatklep of de optionele documenttoevoer niet openstaan, want dan bestaat er gevaar voor
lichamelijk letsel.
BELANGRIJK
Duw de glasplaatklep of de optionele documenttoevoer bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk
kan ervoor zorgen dat de glasplaat breekt.
Als u boeken of tijdschriften op het apparaat plaatst, doe dit dan met de glasplaatklep of de optionele
documenttoevoer geopend.
Lijn ze strak uit
tegen de
aanduidingsplaten
voor het
origineelformaat met
de linkerachterhoek
als referentiepunt.
Plaats de te
scannen zijde met
het beeld omlaag.
4-3
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Originelen in de documenttoevoer plaatsen
De optionele documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige
originelen worden gescand.
Originelen geschikt voor de documenttoevoer
De documenttoevoer is geschikt voor de volgende typen originelen.
Originelen niet geschikt voor de documenttoevoer
Gebruik de documenttoevoer niet voor de volgende soorten originelen.
•Zachte originelen zoals vinylvellen
•Transparanten zoals OHP-folies
•Carbonpapier
•Originelen met erg gladde oppervlakken
•Originelen met plakband of lijm
•Natte originelen
•Originelen met niet goed opgedroogde correctievloeistof
•Originelen met een onregelmatige vorm (niet rechthoekig)
•Originelen met uitsparingen
•Gekreukt papier
•Originelen met vouwen (Strijk de vouwen glad voor plaatsing. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
•Originelen met paperclips of nietjes (Verwijder paperclips of nietjes en strijk eventuele golvingen, plooien of kreuken
glad. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
Zo plaatst u originelen
Details
Documenttoevoer
(Automatisch 2-zijdig)
Documenttoevoer (documenttoevoer
voor dubbelzijdig scannen)
Gewicht45 tot 160 g/m
2
(dubbelzijdig: 50 tot 120 g/m
2
)35 tot 220 g/m
2
(dubbelzijdig: 50 tot 220 g/m
2
)
Kleiner dan B6-R zijn 50 tot 105 g/m
2
(enkelzijdig/duplex)
FormatenMaximum A3 tot Minimum A5-R
Maximaal Ledger tot minimaal Statement-R
Maximum A3 tot Minimum A6-R
Maximaal Ledger tot minimaal Statement-R
Aantal vellenNormaal papier (80 g/m
2
), gekleurd papier,
gerecycled papier, hogekwaliteitspapier:
100 vellen (originelen van verschillende
formaten: 30 vellen)
Dik papier (157 g/m
2
):50 vel
Dik papier (120 g/m
2
):66 vellen
Kunstdrukpapier:1 vel
Normaal papier (80 g/m
2
), gekleurd papier,
gerecycled papier, hogekwaliteitspapier:
175 vellen (originelen van verschillende
formaten: 30 vellen)
Dik papier (157 g/m
2
):89 vel
Dik papier (120 g/m
2
):116 vel
Kunstdrukpapier:1 vel
BELANGRIJK
•Zorg ervoor, voor u originelen plaatst, dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Op
de originelenuitvoer achtergebleven originelen kunnen de nieuwe originelen doen vastlopen.
•Plaats geen druk op de bovenklep van de documenttoevoer door bijvoorbeeld de originelen op de
bovenklep uit te lijnen. Dit kan leiden tot een fout in de documentinvoer.
4-4
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
1
Pas de breedtegeleiders voor de originelen aan.
2
Plaats de originelen.
Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif
de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. Het controlelampje origineel geplaatst
licht op wanneer het origineel goed is geplaatst.
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie over de afdrukrichting van het origineel de
Engelse
gebruikershandleiding
.
BELANGRIJK
Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten. Als er
nog ruimte is, past u de breedtegeleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit
leiden tot een papierstoring.
Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveauaanduiding uitkomen.
Als de maximum niveauaanduiding wordt overschreden, kan dit leiden tot een
papierstoring.
Originelen die voorgeboord of geperforeerd zijn, plaatst u zo dat de gaten of
perforaties als laatste (en niet als eerste) worden gescand.
Lampje voor
geplaatste
originelen
4-5
Bediening van het apparaat > Serienummer van het apparaat controleren
Serienummer van het apparaat controleren
Het serienummer van het apparaat staat gedrukt op de plek aangegeven in de afbeelding.
OPMERKING
U heeft het serienummer van het apparaat nodig als u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Controleer
het nummer voor u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.
TASKalfa 5551ci
4-6
Bediening van het apparaat > Programma
Programma
Als u veelgebruikte functies in één programma registreert, hoeft u slechts het programmanummer in te toetsen om deze
functies op te roepen. U kunt de programma's ook een naam geven om ze makkelijker te herkennen bij het oproepen.
De onderstaande programma's zijn van tevoren geregistreerd. De geregistreerde inhoud kan opnieuw worden
geregistreerd voor meer gebruiksgemak in uw gebruiksomgeving.
U kunt deze functie gebruiken om een voorbeeld te bekijken van de documenten die opgeslagen zijn in een
documentbox of om de documentdetails weer te geven om ze te controleren.
1
Selecteer (markeer) een document dat u wilt bekijken en druk
vervolgens op [Voorbeeld] of [Details].
2
Bekijk het documentvoorbeeld of controleer de
documentdetails.
De beschikbare bedieningsfuncties in het voorbeeldscherm staan hieronder weergegeven.
3
Bevestig de document(en) en druk op [Sluiten].
OPMERKING
De voorbeeldweergave kan worden gecontroleerd door uw vinger(s) op het aanraakscherm
te bewegen.
Gebruik van het voorbeeldscherm (pagina 3-10)
Sluiten
Voorbeeld:
Nr.
1/6
2007040410574501
Formaat
Resol.
Kleur
:
:
:Full Color
300x300dpi
A4
Selecteer te verw.pagina's
In documenten met
meerdere pagina's kunt
u van pagina wisselen
door het gewenste
paginanummer in te
voeren.
Als u ingezoomd heeft, dan
kunt u met deze toetsen het
weergegeven gebied
verplaatsen.
In documenten met
meerdere pagina's kunt
u met deze toetsen
wisselen van pagina.
Inzoomen.Uitzoomen.
Druk op deze knop om een pagina van het
geopende document te selecteren en af te drukken,
te verzenden of te kopiëren naar het verwisselbare
geheugen.
Een pagina selecteren (pagina 4-42)
4-42
Bediening van het apparaat > Wat is de documentbox?
Een pagina selecteren
Bij het afdrukken, verzenden of kopiëren van een document in een custom box, kunt alle pagina's naar behoeven
opgeven.
Druk op [Paginaselectie] op het scherm documentlijst van de custom box, of [Selecteer te verw. pagina's] op het scherm
Voorbeeld om het scherm Paginaselectie weer te geven.
Selecteer de pagina's die u wilt bewerken, en druk op [Afdrukken], [Verzenden] of [Kopiëren naar verw.geheugen].
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding
Bestand:
1/1
Kopiëren naar
verw.geheugen
Annuleren
VerzendenAfdrukken
Geselecteerde pagina's:
Select. bereik
Geef pag.'s in
1
pag.
Meer dan één document tegelijk
selecteren.
Weergave van het aantal
geselecteerde pagina's.
U kunt een bereik
voor de selectie
opgeven door te
drukken op [Select.
bereik].
U kunt de pagina's die
u wilt selecteren
opgeven door te
drukken op [Geef
pag.'s in].
Markering van het
geselecteerde
document.
Documenten selecteren
door de selectievakjes
aan te vinken.
Geselecteerde pagina's
kunnen worden
afgedrukt, verzonden of
gekopieerd naar de
custom box.
5-1
5Gebruik van de
verschillende functies
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Op de machine beschikbare functies ...................................................................................................................... 5-2
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Kyocera TASKalfa 5551ci at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Kyocera TASKalfa 5551ci in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 25,63 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.