NEDERLANDS
Wasprogramma instellen
• Draai de programmakiezer op het gewenste
programma.
De brandende lampjes in de indicatie van het
programmaverloop geven aan uit welke
onderdelen het programma bestaat.
Op het display verschijnt de tijdsduur van het
gekozen programma.
Centrifugetoerental of functie
instellen (niet centrifugeren)
• Toets CENTRIFUGEREN indrukken tot het
gewenste toerental of functie ingesteld is: het
betreffende lampje brandt.
Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
Wassen
Wasgoed in de machine doen
• Toesteldeur openen.
• De stukken wasgoed uit elkaar halen en losjes in
de trommel doen. Liefst grote en kleine stukken
door elkaar wassen.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
• Wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten
trekken.
• Wasmiddel doseren in het vakje voor de
hoofdwas (let op de doseeraanwijzingen van
de wasmiddelfabrikant).
• Als u VOORWAS kiest, ook in vak doseren.
• Eventueel vloeibaar nabehandelingsmiddel
(wasverzachter, stijfsel) in vak doseren.
Niet verder dan de markering “MAX”.
• Wasmiddellade helemaal naar binnen schuiven.
Machine inschakelen
• Toets AAN/UIT indrukken om de machine in te
schakelen; in het multidisplay verschijnen 3
knipperende streepjes, als de programmakiezer op
CORRECTIE O staat. Mocht de programmakiezer
op een programma staan, dan geeft het display
een knipperende nul aan. Een akoestisch signaal
klinkt.