• Het temperatuurdisplay schakelt over van
het tonen van de ACTUELE temperatuur
(temperatuurdisplay is verlicht) naar het to-
nen van de GEWENSTE temperatuur
(temperatuurdisplay knippert) door op een
van de toetsen temperatuurinstelling te
drukken.
• Iedere keer dat een van deze twee toetsen
wordt ingedrukt, wordt de GEWENSTE
temperatuur aangepast met 1°C. De GE-
WENSTE temperatuur moet binnen 24 uur
bereikt worden.
Als op geen van de toetsen wordt gedrukt,
schakelt het temperatuurdisplay automa-
tisch terug na een korte tijd (ong. 5 sec.) naar
het tonen van de ACTUELE temperatuur.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die voor de koelkast werd
geselecteerd. De GEWENSTE temperatuur
wordt aangeduid met knipperende getallen.
ACTUELE temperatuur betekent:
De temperatuur die de huidige temperatuur
in de koelkast weergeeft. De ACTUELE tem-
peratuur wordt aangegeven met verlichte ge-
tallen.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay geeft verschillende
informatie weer:
• Tijdens normale werking wordt de huidige
temperatuur binnen in de koelkast (AC-
TUELE temperatuur) weergegeven.
• Als de temperatuur wordt aangepast, gaat
de momenteel voor de koelkast ingestelde
temperatuur op het display knipperen (GE-
WENSTE temperatuur).
Wanneer u de temperatuurinstelling veran-
dert, moet u ongeveer 24 uur wachten tot de
temperatuur gestabiliseerd is.
Temperatuurregeling
Ga als volgt te werk om het apparaat in werk-
ing te stellen:
1. Stel de gewenste temperatuur in door op
de temperatuurregelaar te drukken. Het
temperatuurdisplay geeft onmiddellijk de
gewijzigde instelling weer (GEWENSTE
temperatuur) en het temperatuurdisplay
knippert.
2. Telkens wanneer u op de temperatuurre-
gelaar drukt wordt de GEWENSTE tem-
peratuur met 1 °C aangepast. De GE-
WENSTE temperatuur moet binnen 24
uur bereikt worden.
3. Als de vereiste temperatuur is ingesteld,
zal na een korte periode (ong. 5 sec.) het
temperatuurdisplay weer de huidige AC-
TUELE temperatuur binnen de koelkast
weergeven. Het temperatuurdisplay ver-
andert van knipperende naar continue
verlichting.
Voor een juiste conservering van het voedsel
moet de volgende temperatuur worden in-
gesteld:
•+5 °C in de koelkast
Belangrijk! Als de instelling is gewijzigd,
start de compressor niet meteen als op dat
moment automatisch ontdooien plaatsvindt.
Aangezien de conserveringstemperatuur
binnen in de koelkast snel wordt bereikt, kunt
u meteen na het inschakelen voedsel in de
koelkast leggen.
Functie Supercool
De functie Supercool is geschikt voor het
snel koelen van grote hoeveelheden voedsel
in de koelkast.
Voer de volgende stappen uit om de functie
in te schakelen:
1. Druk op de toets Supercool.
2. Het Supercoollampje gaat branden.
De functie Supercool zorgt nu voor intensie-
ve koeling. Een GEWENSTE temperatuur
van +3°C wordt automatisch gekozen.
De functie Supercool wordt automatisch na
een periode van 6 uur uitgeschakeld.
U kunt de functie te allen tijde uitschakelen:
1. Druk op de toets Supercool.
2. Het Supercoollampje gaat uit.
Functie Superfrost
U kunt de functie Superfrost activeren door
op de toets Superfrost te drukken.
Het controlelampje Superfrost gaat branden
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
Het is mogelijk om de functie op elk moment
uit de schakelen door op de toets Superfrost
te drukken.
Het lampje Superfrost gaat uit
5