Gebruik
39
Koelruimte
Ingebruikname
¥ Steek de stekker in het stopcontact.
¥ Toets AAN/UIT (2) indrukken. Het groene
lichtnetlampje (1) gaat branden.
De compressor start en loopt dan automatisch.
¥ Om uit te schakelen toets AAN/UIT ca. 5 seconden
ingedrukt houden. De verlichting van de
temperatuurindicatie gaat uit.
Voor ingebruikname
Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten
minste twee uuren alvorens de stekker in het
stopcontact te steken. Daarmee geeft u de olie
de gelegenheid in de compressor terug te
vloeien.
¥ Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische
geur van een nieuw apparaat weg te nemen.
Droog vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen, waarmee u de
afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
Het apparaat en onderdelen van het interieur zijn
voor het transport beschermd.
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de
deur verwijderen. Alle plakband en bekledingsdelen
uit het interieur verwijderen.
Bedieningspaneel
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1 Netspanninglampje (groen)
2 AAN/UIT-toets
3 Toets voor temperatuurinstelling (voor warmere
temperaturen)
4 Temperatuurindicatie
5 Toets voor temperatuurinstelling (voor koudere
temperaturen)
6 Lampje voor ingeschakelde Superfrost-functie
(geel)
¥ Superfrost voor snel invriezen in de vriesruimte
7 Superfrost-toets
8 Lampje voor ingeschakelde Supercool-functie
(geel)
¥ Supercool voor intensief koelen in de koelruimte
9 Supercool-toets
Temperatuur instellen
¥ Druk op ŽŽn van de toetsen ã+Ò (3) of ã-Ò (5). De
temperatuurindicatie schakelt om en geeft
knipperend, de op dat moment ingestelde
GEWENSTE temperatuur aan.
¥ Door te drukken op ŽŽn van de twee toetsen ã+Ò
(WARMER) of ã-Ò (KOUDER) wordt de
temperatuurindicatie van de WERKELIJKE
temperatuur (temperatuurindicatie brandt) op de
GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie
knippert) omgeschakeld.
¥ Met elke verdere druk op ŽŽn van beide toetsen
wordt de GEWENSTE temperatuur 1¡C verder
gesteld.
¥ Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de
temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.)
automatisch weer op de WERKELIJKE
temperatuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte bereikt moet
worden, kan ingesteld worden op een in de indicatie
aanwezige temperatuur. De GEWENSTE
temperatuur wordt met knipperende cijfers
aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan
die nu in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE
temperatuur wordt met brandende cijfers
aangegeven.
Opdat de apparatuur het correct doet, kan het onder
bepaalde omstandigheden gebeuren dat de
achterkant van de binnenruimte een beetje warm
wordt.