nl
21
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van
de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig met een
vochtig doekje afnemen. Water met een
scheutje afwasmiddel is voldoende.
Geen schuursponsjes gebruiken of
schoonmaakmiddelen met
schuurmiddelen. Dit kan krassen op
de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen
sponsjes gebruiken of deze anders vóór
het eerste gebruik een aantal keren
grondig uitspoelen om corrosie
te voorkomen.
Attentie
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten!
Ze kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid!
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties
controleren. Eventueel zout en/of
glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven
29 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove
zeef, een vlakke fijne zeef en een micro-
zeef.
Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien
en het zeefsysteem eruit halen.
Eventuele etensresten verwijderen
en de zeven onder stromend water
schoonmaken.
Zevensysteem in omgekeerde volgorde
weer erin zetten en erop letten dat de
gemarkeerde pijlen na het sluiten
tegenover elkaar staan.