Kennismaking met het apparaat nl
9
* Kennismaking met het
apparaat
Kennismaking methet apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en
van de binnenruimte van het apparaat
vindt u vooraan in de omslag van deze
gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende
posities gewezen.
Bedieningspaneel
* Afhankelijk van het model
** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
* Afhankelijk van het model
Menuoverzicht
De instellingen vindt u in de
afzonderlijke hoofdstukken.
+ Wateronthardingsinsta
llatie/Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant
van de spoelruimte af.
Leidingwater is harder dan 7° dH
(1,2 mmol/l), moet onthard worden. Dit
gebeurt met behulp van onthardingszout
(regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
( AAN/UIT-schakelaar
0 Programmatoetsen **
8 Indicatie „Watertoevoer
controleren”
@ Indicatie zout bijvullen
H Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
P Starttijd kiezen *
X Extra functies **
` START-toets
h Cijferindicatie
)" Toets om de deur te openen
1" Binnenverlichting *
1* Besteklade
12 Bovenste servieskorf
1: Bovenste sproeiarmen
1B Tab-opvangschaal
1J Onderste sproeiarm
1R Reservoir voor onthardingszout
1Z Zeven
1b Onderste servieskorf
1j Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
9" Afwasmiddelbakje
9* Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
92 Typeplaatje
• Waterhardheid •:‹‹ - •:‹ˆ
š Intensief drogen š:‹‹ - š:‹‚
§ Glansspoelmiddel §:‹‹ - §:‹‡
‘ Warmwater ‘:‹‹ - ‘:‹‚
› Pieptoon Programma-einde
›:‹‹ - ›:‹„
˜ Automatische uitschakeling
˜:‹‹ - ˜:‹ƒ
‚ Optische indicatie tijdens het
programmaverloop ‚:‹‹ -‚:‹‚