Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet kan
wegglijden.
2. In een gootsteen, gebruik daarvoor de meegeleverde
slanghouder (indien aanwezig).
3. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en
100 cm (max.) boven de onderkant van het apparaat liggen.
De afvoerslang kan links of rechts van de afwasmachine
gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2
meter zijn en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die
van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook de binnendiameter
van de koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de
afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
Let op!
Al onze afwasmachines zijn voorzien van een beveiliging die
verhindert dat afvalwater in de machine kan terugstromen. Als
de sifon (afvoerpijp, zwanenhals) van de gootsteen is voorzien
van een eenrichtingsklep, dan kan deze klep de waterlozing
van de afwasmachine storen. Daarom raden wij aan de klep te
verwijderen.
Elektrische aansluiting
De gegevens met betrekking tot de elektrische aansluiting zijn
vermeld op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
Alvorens de stekker in het stopcontact te steken, moet u zich
van het volgende verzekeren:
1. Dat de netspanning die op het typeplaatje is vermeld
overeenstemt met de netspanning op de plaats van
installatie.
2. Dat de elektriciteitsmeter, de zekering, de elektrische leiding
en het stopcontact geschikt zijn voor de aansluitwaarde van
de afwasmachine. Verzeker u ervan dat de stekker in het
stopcontact past, zonder gebruik van verloopstekkers,
meervoudige stekkerdozen en adapters. Als de stekker niet
in het stopcontact past, dan moet u het stopcontact laten
vervangen.
Om de afwasmachine spanningloos te maken, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken.
Voorzichtig!
Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, ook
wanneer het apparaat geïnstalleerd is.
Vervangen van het aansluitsnoer dient door een
erkend installateur te gebeuren.
Voorzichtig!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
25