77882
2
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/15
Next page
227094 P51
BEDIENUNGSANWEISUNG
mit Montageanweisungen
Instructions for use and installation instructions
Instructions d'utilisation et avis de montage
Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding
Istruzioni di uso e di montaggio
Instrucciones de uso y de montaje
Instruções de uso e de montagem
Ο∆ΗΓΙΕΣ ΧΡΗΣΗΣ ΚΑΙ ΣΥΝΑΡΜΟΛΟΓΗΣΗΣ
EKE 6141.0F
EKE 8141.0F
46
NL
Verwijderen van de verpakking
Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust moge-
lijke manier. De recyclage van het verpakkingsmateriaal
bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg.
Verwijderen van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Reglementair gebruik
De kookplaat mag alleen voor de bereiding van levensmiddelen
in het huishouden worden gebruikt. Ze mag niet voor een ander
doel en alleen onder toezicht worden gebruikt.
Hier vindt u...
Lees eerst zorgvuldig de informatie in dit boekje door vooraleer u
uw kookplaat in gebruik neemt. Hier vindt u belangrijke richtlijnen
voor uw veiligheid, het gebruik, het schoonmaken en het onder-
houd van het apparaat, zodat u er lang plezier aan beleeft.
Als er een storing optreedt, kijk dan eerst na in het hoofdstuk
„Wat te doen bij problemen?”. Kleinere storingen kunt u vaak zelf
verhelpen en u spaart op die manier onnodige servicekosten.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Geef deze gebruiks- en
montagehandleiding ter informatie en veiligheid aan een nieuwe
eigenaar door.
Inhoud
Veiligheidsinstructies............................................................ 47
Voor aansluiting en werking.................................................. 47
Voor de kookplaat................................................................. 47
Voor personen ...................................................................... 47
Beschrijving van het apparaat.............................................. 48
Bediening door sensoren...................................................... 49
Bediening................................................................................ 50
Gebruiksduurbeperking......................................................... 50
Andere functies..................................................................... 50
Tips om energie te besparen ................................................ 50
Kookstanden......................................................................... 50
Restwarmteweergave ........................................................... 50
Bediening van de toetsen ..................................................... 51
Kookplaat en kookzone inschakelen..................................... 51
Kookzone uitschakelen ......................................................... 51
Kookplaat uitschakelen......................................................... 51
Automatische uitschakeling (timer) ..................................... 52
Kookwekker (eierwekker) .................................................... 52
Automatisch aankoken ......................................................... 53
Inschakelen van de tweede ring .......................................... 53
Kinderbeveiliging .................................................................. 54
Warmhoudfunctie ................................................................. 54
Reiniging en onderhoud........................................................ 55
Keramische kookplaat........................................................... 55
Speciale verontreinigingen.................................................... 55
Wat te doen bij problemen?.................................................. 56
Montagehandleiding .............................................................. 57
Veiligheidsinstructies voor de keukenmeubelmonteur.......... 57
Montage................................................................................ 57
Elektrische aansluiting .......................................................... 59
Technische gegevens .......................................................... 59
Inbedrijfstelling...................................................................... 59
Veiligheidsinstructies
NL
47
Veiligheidsinstructies
Voor aansluiting en werking
De apparaten worden volgens de geldende veiligheidsvoor-
schriften gebouwd.
Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het appa-
raat mogen alleen door een erkend vakman volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondes-
kundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een risico voor
uw veiligheid.
Voor de kookplaat
Houd bij het koken rekening met de hoge opwarmsnelheid van
de kookzones. Vermijd het leegkoken van pannen omdat daar-
bij het gevaar bestaat dat de pannen oververhit raken!
Plaats geen lege potten en pannen op de ingeschakelde kook-
zones.
Wees voorzichtig bij het gebruik van bain-marie pannen. Bain-
marie pannen kunnen onbemerkt leegkoken! Dat veroorzaakt
beschadigingen aan de pan en aan de kookplaat. De fabrikant
kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld!
Schakel een kookzone na gebruik altijd met de min-toets uit.
Oververhitte vetstoffen en olie kunnen spontaan ontbranden.
Bij het bereiden van gerechten met vet en olie steeds in de
buurt blijven. Brandend vet of olie nooit met water blussen!
Een deksel op de pan leggen, kookzone uitschakelen.
De keramische plaat is zeer resistent. Zorg er niettemin voor
dat er geen harde voorwerpen op de keramische plaat vallen.
Puntvormige slagbelastingen kunnen de kookplaat doen bre-
ken.
Bij breuken, barsten, scheuren of andere beschadigingen aan
de keramische kookplaat bestaat gevaar voor elektrische
schokken. Het apparaat onmiddellijk buiten gebruik nemen.
Onmiddellijk de zekering in de woning uitschakelen en contact
opnemen met de klantenservice.
Als de kookplaat door een defect in de sensorregeling niet
meer kan worden uitgeschakeld, onmiddellijk de zekering in de
woning uitschakelen en contact opnemen met de klantenser-
vice.
Voorzichtig bij het werken met huishoudelijke apparaten! Net-
snoeren mogen niet met de hete kookzones in contact komen.
De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er
voorwerpen op neer te leggen!
Geen aluminiumfolie of kunststof op de kookzones leggen.
Alles wat kan smelten uit de buurt van de hete kookzone hou-
den, bijv. kunststof, folie, in het bijzonder suiker en gerechten
met een hoog suikergehalte. Suiker onmiddellijk met een spe-
ciale glasschraper volledig van de keramische kookplaat ver-
wijderen zolang deze nog warm is, om beschadigingen te
vermijden.
Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare of vervormbare voor-
werpen direct onder de kookplaat leggen.
Nooit gesloten conservenblikken en compoundverpakkingen
op kookzones verwarmen. Door de energietoevoer kunnen
deze uiteenbarsten!
De sensoren schoonhouden omdat verontreinigingen door het
apparaat als vingercontact kunnen worden herkend. Nooit
voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensoren plaat-
sen!
Als pannen tot over de sensoren overkoken, is het aanbevolen
op de UIT-toets te drukken.
Hete potten en pannen mogen de sensoren niet afdekken. In
dat geval wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Als er zich in de woning huisdieren bevinden die aan de kook-
plaat kunnen, moet de kinderbeveiliging worden geactiveerd.
Voor personen
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door perso-
nen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of met gebrek aan ervaring en/of
kennis, tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke per-
soon erop toezicht houdt of hen aanwijzingen heeft gegeven
hoe het apparaat moet worden gebruikt.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om te ver-
hinderen dat ze met het apparaat spelen.
•Let op:
De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij
het werken heet. Daarom moeten kleine kinderen principieel
uit de buurt worden gehouden.
48
Beschrijving van het apparaat
NL
B
e
s
c
h
r
i
j
v
i
n
g
v
a
n
h
e
t
a
p
p
a
r
a
a
t
Het decor kan van de afbeeldingen afwijken.
1. Kookzone links voor
2. Kookzone links achter
3. Kookzone rechts achter
4. Kookzone rechts voor
5. Touch-Control-bedieningsveld
6. Keramische kookplaat
7. Aan/Uit-toets
8. Kookzonekeuzetoets
9. Symbool voor het aanwijzen van de kookzonepositie op de
keramische kookplaat
10. Plus-toets (verhogen)/ Min-toets (verlagen)
11. Kookstandweergave
12. Gereedheidspunt (kookzone)
13. Inschakeltoets extra ring
14. Controlelampje (extra ring)
15. Timer-selectietoets
16. Aanwijzing automatische uitschakeling
17. Kookwekkerlampje
18. Controlelampje voor het aanwijzen van de kookzonepositie
op de keramische kookplaat
Beschrijving van het apparaat
NL
49
Bediening door sensoren
De bediening van de keramische kookplaat gebeurt door touch-
control-sensoren. De sensoren functioneren als volgt: met de vin-
gertop een symbool op het keramische oppervlak even aanra-
ken. Elke correcte bediening wordt door een signaaltoon
bevestigd. In de rest van de tekst wordt voor de touch-control-
sensoren het woord „toets“ gebruikt.
Aan/Uit-toets (7)
Met deze toets wordt de volledige kookplaat in- en uitgeschakeld.
De toets is bij wijze van spreken de hoofdschakelaar.
Kookzonekeuzetoets (8) (bijv. voor links voor).
Door op een van de beschikbare kookzonekeuzetoetsen te druk-
ken wordt een kookzone geselecteerd, waarvoor vervolgens met
de plus-toets of min-toets een kookstand kan worden ingesteld.
Plus-toets / Min-toets (10)
Met deze toetsen worden de kookstanden ingesteld. Met de min-
toets wordt de aangetoonde waarde verlaagd, met de plus-toets
verhoogd. De aangetoonde waarde kan worden gewist door
beide toetsen tegelijk aan te raken.
Kookstandweergave (11)
De kookstandweergave toont de gekozen kookstand, of:
H ......................restwarmte
A.......................automatisch aankoken
L ......................kinderbeveiliging (Child-Lock)
.....................Warmhoudfunctie
Als het gereedheidspunt (12) brandt, kan de kookzone
worden ingesteld.
Inschakeltoets extra ring (13)
Voor het inschakelen van extra verwarmingsringen.
Timer-selectietoets (15)
Om het automatisch uitschakelen te programmeren.
50
Bediening
NL
Bediening
Gebruiksduurbeperking
De kookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeperking. De
ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhankelijk
van de gekozen kookstand (zie tabel).
De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van
de kookzone niet worden veranderd. Als de gebruiksduurbeper-
king gereageerd heeft, wordt de kookzone uitgeschakeld; er is
een kort signaal te horen en in de aanwijzing verschijnt een H.
De automatische uitschakeling heeft voorrang op de bedrijfs-
duurbeperking, d.w.z. de kookzone wordt pas uitgeschakeld als
de tijd van de automatische uitschakeling is afgelopen (bijv. auto-
matische uitschakeling met 99 minuten en kookstand 9 is moge-
lijk).
Andere functies
Als één of meer sensoren langer of tegelijk worden bediend (bijv.
door een per ongeluk op de sensoren geplaatste pan) wordt er
niet geschakeld.
Het symbool knippert. A.u.b. het voorwerp van de sensoren
verwijderen en de kookplaat weer inschakelen.
Tips om energie te besparen
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en effi-
ciënt met uw nieuwe kookplaat en het kookservies om te gaan.
De panbodemdiameter moet even groot zijn als de kook-
zonediameter.
Bij de aankoop van pannen dient u er rekening mee te houden
dat vaak de bovenste pandiameter wordt vermeld. Die is
meestal groter dan de panbodem.
Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over-
druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte berei-
dingsduur blijven vitamines bewaard.
Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is,
want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan
door oververhitting worden beschadigd.
Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel
sluiten.
Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebrui-
ken. Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones kan in meerdere
standen worden ingesteld. In de tabel vindt u toepassingsvoor-
beelden voor de verschillende standen.
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarmteweer-
gave H uitgerust.
Zolang de H na het uitschakelen brandt, kan de rest-
warmte worden gebruikt om te smelten en om gerechten warm te
houden.
Na het uitdoven van de letter H kan de kookzone nog heet zijn.
Er bestaat gevaar voor verbranding!
Ingestelde
kookstand
Gebruiksduurbeperking
in uren
1, 2
3, 4
5
6, 7, 8, 9
6
5
4
1,5
Kookstand Toepassing
0
1-2
3
4-5
6
7-8
9
UIT-stand, benutting van de restwarmte
Warmhoudfunctie
Verder koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
Doorkoken
Gaar koken van grote hoeveelheden,
gaar braden van grote stukken
Braden, bechamelsaus maken
Braden
Aan de kook brengen, aanbraden,
braden
(hoogste vermogen)
Bediening
NL
51
Bediening van de toetsen
De hier beschreven besturing verwacht na het bedienen van een (keuze-)
toets
daarna
de bediening van een volgende toets.
De volgende toets moet principieel
binnen 10 seconden
worden bediend,
anders wordt de keuze geannuleerd.
De plus-/min-toetsen kunnen apart worden aangeraakt of ingedrukt gehou-
den worden.
Kookplaat en kookzone inschakelen
1. Zolang op de
Aan/Uit-toets
drukken tot de kookstandweergaven 0
aantonen. De gereedheidspunten knipperen. De besturing is klaar voor
gebruik.
2. Vervolgens op een
kookzonekeuzetoets
drukken (bijv. voor links
voor). Het gereedheidspunt van de gekozen kookzone brandt.
3. Met de
plus-toets
of
min-toets
een kookstand kiezen.
Door de plus-toets wordt de kookstand 1 ingeschakeld, door de min-toets
de kookstand 9.
4. Een
pan
op de kookzone plaatsen.
Om tegelijk op andere kookzones te koken de punten 2 tot 4 herhalen.
Kookzone uitschakelen
5. Gereedheidspunt van de gekozen kookzone moet branden. Hiervoor ev.
op een
kookzonekeuzetoets
drukken (bijv. voor links voor).
6. a) Meermaals op de
min-toets
drukken tot de kookstandweergave 0
aantoont, of
b) één keer tegelijk op de
min-toets
en de
plus-toets
drukken.
De kookzone wordt vanop elke kookstand direct uitgeschakeld, of
c) op de
Aan/Uit-toets
drukken. De volledige kookplaat wordt uitge-
schakeld (alle kookzones worden uitgeschakeld).
Kookplaat uitschakelen
7. Op de
Aan/Uit-toets
drukken. De kookplaat wordt onafhankelijk van
de instelling volledig uitgeschakeld.
kookzonekeuzetoetsen gereedheidspunt
52
Bediening
NL
Automatische uitschakeling (timer)
Door de automatische uitschakeling wordt elke ingeschakelde kookzone na
een instelbare tijd automatisch uitgeschakeld. Er kunnen kooktijden van 1 tot
99 minuten worden ingesteld.
1. De kookplaat inschakelen. Een of meer kookzones inschakelen en
gewenste kookstanden kiezen.
2. Op de
timer-selectietoets
drukken.
Blijven op de toets drukken tot het timer-controlelampje voor de
gewenste kookzone knippert.
Belangrijk: Timer-controlelampjes kunnen alleen knipperen als de kook-
zones eerst werden ingeschakeld (kookstand groter dan 0).
3. Meteen daarna met de
plus-toets
of de
min-toets
de kooktijd
van 1 tot 99 minuten ingeven.
Met de plus-toets begint de aangetoonde waarde bij 01, met de min-toets
bij 99.
Door gelijktijdig aanraken van de plus- en min-toets wordt de instelling
teruggezet (00).
4. Om de automatische uitschakeling voor nog een kookzone te program-
meren, zo vaak op de
timer-selectietoets
drukken tot de timer-con-
trolelamp voor de gewenste kookzone knippert. Vervolgens met de
plus-
toets
of
min-toets
de gewenste tijd instellen.
5. Na afloop van de tijd wordt de kookzone uitgeschakeld. Er is een tijd lang
een signaal te horen, dat kan worden uitgeschakeld door op een wille-
keurige toets (behalve de Aan/Uit-toets) te drukken.
Opmerkingen
Om de afgelopen tijd (automatische uitschakeling) te controleren, zo vaak
op de
timer-selectietoets
drukken tot de timer-controlelamp voor de
gewenste kookzone knippert. De aangetoonde waarde kan afgelezen en
veranderd worden.
Automatische uitschakeling vervroegd wissen: de betreffende kookzone
selecteren (timer-controlelamp knippert) en één keer tegelijk op de plus- en
min-toets drukken.
Kookwekker (eierwekker)
1. De kookplaat inschakelen.
2. Op de
timer-selectietoets
drukken tot het kookwekkerlampje knip-
pert.
Met de
plus-toets
of de
min-toets
de tijd in minuten instellen.
3. Na afloop van de tijd is er een tijd lang een signaal te horen, dat kan wor-
den uitgeschakeld door op een willekeurige toets (behalve de Aan/Uit-
toets) te drukken.
Noot:
De kookwekker blijft ook dan in werking als de keramische kookplaat uitge-
schakeld is. Om de tijd te wijzigen de kookplaat met de Aan/Uit-toets
inschakelen.
Controlelamp timer
Kookwekkerlampje
Bediening
NL
53
Automatisch aankoken
Bij het automatisch aankoken gebeurt het aan de kook brengen met kook-
stand 9. Na een bepaalde tijd wordt automatisch naar een lagere doorkook-
stand (1 tot 8) teruggeschakeld.
Bij het gebruik van het automatisch aankoken moet alleen de doorkookstand
worden gekozen waarmee de bereiding verder moet worden gekookt, omdat
de elektronica automatisch terugschakelt.
Het automatisch aankoken is geschikt voor gerechten die koud worden opge-
zet, op hoog vermogen worden verwarmd en op de doorkookstand niet per-
manent in het oog moeten worden gehouden (bijv. het koken van soepvlees).
1. Een kookzone in werking nemen. Het gereedheidspunt van de gekozen
kookzone moet branden. Hiervoor ev. op een
kookzonekeuzetoets
drukken (bijv. voor links voor).
2. Kookstand 9 instellen. Door de
plus-toets
opnieuw aan te raken
wordt het automatisch aankoken geactiveerd.
De kookstandweergave toont afwisselend A en 9.
3. Meteen daarna met de
min-toets
een lagere kookstand 1 tot 8 kie-
zen. A en de gekozen doorkookstand knipperen afwisselend.
4. Het automatisch aankoken verloopt volgens de programmering. Na een
bepaalde tijd (zie tabel) wordt het kookproces op de doorkookstand voort-
gezet.
Opmerkingen
Tijdens het automatisch aankoken kan met de
plus-toets
de door-
kookstand worden verhoogd. Door op de
min-toets
te drukken, wordt
het automatisch aankoken uitgeschakeld.
Behoudt men na activering van het automatisch aankoken de stand 9 en
kiest men geen lagere kookstand, wordt het automatisch aankoken na 10
sec. automatisch uitgeschakeld en stand 9 blijft behouden.
Inschakelen van de tweede ring
(Alleen kookzones met meerdere verwarmingsringen)
De tweede ring van de gewenste kookzone kan slechts worden ingeschakeld
na het inschakelen van de overeenkomstige kookzone.
1. Gewenste kookstand van 1-9 kiezen.
2. De tweede verwarmingsring inschakelen door op de
inschakeltoets
extra ring
te drukken.
Het controlelampje (tweede ring) licht op.
3. Door opnieuw op de
inschakeltoets extra ring
te drukken, wordt de
buitenste verwarmingsring uitgeschakeld.
Het controlelampje gaat uit.
Opmerking
De ingeschakelde verwarmingsringen worden automatisch gedesactiveerd
als de kookzone wordt uitgeschakeld.
Ingestelde
kookstand
Automatisch aankoken
tijd (min:sec)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0:48
2:24
3:50
5:12
6:48
2:00
2:48
3:36
-
54
Bediening
NL
Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet verhinderen dat kinderen de kookplaat per ongeluk
of opzettelijk inschakelen. Hiervoor wordt de bediening geblokkeerd.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Op de
Aan/Uit-toets
drukken om de kookplaat in te schakelen.
2. Meteen daarna tegelijk op de
plus-toets
en de
min-toets
druk-
ken.
3. Vervolgens op de
plus-toets
drukken om de kinderbeveiliging te acti-
veren. In de kookstandweergaven verschijnt een L voor Child-Lock; de
bediening is geblokkeerd en de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
4. Op de
Aan/Uit-toets
drukken.
5. Meteen daarna tegelijk op de
plus-toets
en de
min-toets
druk-
ken.
6. Vervolgens op de
min-toets
drukken om de kinderbeveiliging uit te
schakelen. De L verdwijnt.
Kinderbeveiliging slechts voor één kookproces uitschakelen
Voorwaarde: de kinderbeveiliging is volgens punt 1-3 ingeschakeld.
Op de
Aan/Uit-toets
drukken.
Meteen daarna tegelijk op de
plus-toets
en de
min-toets
drukken.
Nu kan de gebruiker de kookzones inschakelen (hiervoor kookzone kiezen
en kookstand instellen).
Na het uitschakelen van de kookplaat is de kinderbeveiliging weer actief
(ingeschakeld).
Opmerking
Bij een stroomstoring wordt de ingeschakelde kinderbeveiliging beëin-
digd, d.w.z. gedesactiveerd.
Warmhoudfunctie
Met de warmhoudfunctie kunnen gerechten die klaar zijn op een kook-
zone warm gehouden worden. De kookzone wordt met laag vermogen
gebruikt.
1. Kookgerei staat op een kookzone en een kookstand (bijv. 3) is gekozen.
2. Op de
min-toets
drukken om de kookstanden te verlagen (...3, 2, 1,
). Bij stoppen. De warmhoudfunctie is ingeschakeld.
3. Om uit te schakelen, één keer op de
min-toets
drukken (0).
De warmhoudfunctie staat 360 minuten ter beschikking, daarna wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
Reiniging en onderhoud
NL
55
Reiniging en onderhoud
Vóór het reinigen de kookplaat uitschakelen en laten afkoelen.
De keramische kookplaat mag in geen geval met een stoom-
reinigingsapparaat of dergelijke worden schoongemaakt!
Bij het reinigen erop letten dat slechts kort over de
Aan/Uit-
toets
wordt geveegd. Op die manier wordt vermeden dat de
kookplaat per ongeluk wordt ingeschakeld!
Keramische kookplaat
Belangrijk!
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen zoals
grove schuurmiddelen, krassende pannenreinigers, roest- en
vlekkenverwijderaar enz.
Reiniging na gebruik
1.
Maak de hele kookplaat altijd schoon als ze vuil is – het beste
telkens na gebruik. Gebruik hiervoor een vochtige doek en wat
afwasmiddel. Daarna wrijft u de kookplaat met een schone doek
droog, zodat er geen resten van afwasmiddel op het oppervlak
achterblijven.
Wekelijks onderhoud
2.
Reinig en onderhoud de kookplaat een keer in de week gron-
dig met gebruikelijke reinigingsproducten voor vitrokeramiek.
Houdt u zich in elk geval aan de instructies van de fabrikant.
De reinigingsproducten vormen bij het aanbrengen een bescher-
mende film, die water en vuil tegenhoudt. Alle verontreinigingen
blijven op de film en kunnen daarna veel gemakkelijker worden
verwijderd. Vervolgens met een schone doek droogwrijven. Er
mogen geen resten van reinigingsmiddelen op het oppervlak
achterblijven, omdat ze bij het opwarmen agressief reageren en
het oppervlak veranderen.
Speciale verontreinigingen
Sterke verontreinigingen
en vlekken (kalkvlekken, parelmoer-
achtig glanzende vlekken) kunt u het best verwijderen als de
kookplaat nog lauwwarm is. Gebruik hiervoor gebruikelijke reini-
gingsmiddelen. Ga daarbij te werk zoals onder punt 2 beschre-
ven.
Overgekookte spijzen
eerst met een natte doek inweken en
vervolgens de vuilresten met een speciale glasschraper voor
keramische kookplaten verwijderen. Daarna de kookplaat reini-
gen zoals onder punt 2 beschreven.
Ingebrande suiker
en gesmolten kunststof verwijdert u meteen
– in nog hete toestand – met een glasschraper. Daarna de kook-
plaat reinigen zoals onder punt 2 beschreven.
Zandkorrels
, die eventueel bij het aardappelen schillen of sla
schoonmaken op de kookplaten vallen, kunnen bij het verschui-
ven van pannen krassen veroorzaken. Let er dus op dat er geen
zandkorrels op het oppervlak blijven liggen.
Kleurveranderingen
van de kookplaat hebben geen invloed op
de werking en de stevigheid van de vitrokeramiek. Het gaat hier-
bij niet om een beschadiging van de kookplaat, maar om niet ver-
wijderde en daarom ingebrande resten.
Glanzende plekken
ontstaan door slijtage van de panbodem, in
het bijzonder bij het gebruik van kookservies met een aluminium-
bodem of door ongeschikte reinigingsmiddelen. Ze kunnen
slechts moeizaam met gebruikelijke reinigingsmiddelen worden
verwijderd. Eventueel de reiniging meermaals herhalen. Door het
gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en door schurende
panbodems wordt het decor in de loop van de tijd afgeschuurd
en ontstaan er donkere vlekken.
56
Wat te doen bij problemen?
NL
Wat te doen b ij problemen?
Ongekwalificeerde ingrepen en reparaties aan het apparaat zijn
gevaarlijk omdat er gevaar voor stroomstoten en kortsluiting
bestaat. Om lichamelijke schade en schade aan het apparaat te
voorkomen, moeten ze worden vermeden. Daarom mogen der-
gelijke werkzaamheden alleen door een elektrotechnicus, bijv.
van de technische klantenservice, worden uitgevoerd.
Denk eraan
Als er aan uw apparaat storingen optreden, controleer dan eerst
aan de hand van deze gebruiksaanwijzing of u de oorzaken niet
zelf kunt verhelpen.
Hierna vindt u tips voor het verhelpen van storingen.
De zekeringen vallen meermaals uit?
Neem contact op met de klantenservice of een elektromonteur!
De kookplaat kan niet worden ingeschakeld?
• Heeft de zekering van de huisinstallatie (zekeringenkast)
gereageerd?
Is de aansluitingskabel aangesloten?
Zijn de sensoren vergrendeld (kinderbeveiliging), d.w.z. wordt
een L aangetoond?
Zijn de sensoren gedeeltelijk door een vochtige doek, vloeistof
of een metalen voorwerp bedekt? A.u.b. verwijderen.
Het symbool knippert?
Er is een permanente bediening van de touch-control-sensoren
door overgekookte levensmiddelen, kookgerei of andere voor-
werpen.
Oplossing: het oppervlak schoonmaken of het voorwerpen ver-
wijderen.
Om het symbool te wissen de kookplaat uit- en inschakelen.
De kookplaat maakt geluiden (klikgeluiden)?
Dat heeft een technische oorzaak en is niet te vermijden.
De kookplaat heeft barsten of breuken?
Bij breuken, barsten, scheuren of andere beschadigingen aan de
keramische kookplaat bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Het apparaat onmiddellijk buiten gebruik nemen. Onmiddellijk de
zekering in de woning uitschakelen en contact opnemen met de
klantenservice.
Montagehandleiding
NL
57
Montagehandleiding
Veiligheidsinstructies voor de
keukenmeubelmonteur
Het fineer, de lijm of de kunststofbekleding van de aangren-
zende meubels moeten temperatuurbestendig zijn (>75°C).
Als het fineer en de bekleding onvoldoende temperatuurbe-
stendig zijn, kunnen ze vervormen.
Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn
met onderdelen die bij het gebruik onder spanning staan.
Het gebruik van muurstrips van massief hout op het werkblad
achter de kookplaat is toegelaten voor zover de minimumaf-
standen volgens de inbouwtekeningen worden gerespecteerd.
De minimumafstanden aan de achterkant van de kookplaatuit-
sparingen moeten volgens de inbouwtekening worden geres-
pecteerd.
Bij het inbouwen naast een hoge kast is een veiligheidsafstand
van minstens 40 mm vereist. De zijkant van de hoge kast moet
met warmtebestendig materiaal worden bekleed. Om goed te
kunnen werken dient de afstand echter ten minste 300 mm te
bedragen.
De afstand tussen kookplaat en afzuigkap moet minstens zo
groot zijn als in de montagehandleiding van de afzuigkap is
voorgeschreven.
Het verpakkingsmateriaal (plastic folie, piepschuim, nagels,
enz.) moet uit de buurt van kinderen worden gehouden omdat
deze delen eventuele risicobronnen vormen. Kleine onder-
delen kunnen worden ingeslikt en bij folie bestaat verstikkings-
gevaar.
Montage
Belangrijke opmerkingen
Eventuele dwarslijsten onder het werkblad moeten tenminste
ter hoogte van de uitsparing in het werkblad worden verwij-
derd.
Overmatige warmteontwikkeling langs onder, bijv. door een
oven zonder dwarsstroomventilator, moet worden vermeden.
Bij de inbouw boven een lade moet erop worden gelet dat er
geen puntige voorwerpen in de lade worden bewaard. Die kun-
nen anders aan de onderkant van de kookplaat blijven haken
en de lade blokkeren.
Als er zich een tussenbodem onder de kookplaat bevindt,
moet de minimale afstand tot de onderkant van de kookplaat
20 mm bedragen om een voldoende beluchting van de kook-
plaat te garanderen.
De kookplaat mag niet boven koelkasten, vaatwassers, was-
machines of droogkasten worden ingebouwd.
Om brand te vermijden, moet erop worden gelet dat geen
brandgevaarlijke, licht ontvlambare of door warmte vervorm-
bare voorwerpen direct naast of onder de kookplaat worden
geplaatst of gelegd.
Kookplaatafdichting
Vóór het inbouwen moet de meegeleverde kookplaatafdichting
zonder onderbreking worden ingelegd.
U moet verhinderen dat er tussen de rand van de kookplaat en
het werkblad of tussen het werkblad en de muur vloeistoffen in
de daaronder ingebouwde elektrische apparaten kunnen
indringen.
Bij inbouw van de kookplaat in een oneffen werkblad, bijv. met
een keramisch of vergelijkbaar oppervlak (tegels enz.) moet
de pakking, die zich ev. aan de kookplaat bevindt, worden ver-
wijderd. In de plaats daarvan moet de verbinding tussen kook-
plaat en werkblad met plastische afdichtmaterialen (kit)
worden afgedicht.
De kookplaat in geen geval met silicone vastkleven!
Anders is het later niet meer mogelijk de kookplaat weer te
verwijderen zonder ze te vernielen.
Uitsparing in het werkblad
De uitsparing in het werkblad moet zo nauwkeurig mogelijk met
een goed, recht zaagblad of een bovenfrees worden uitgezaagd.
De snijvlakken dienen daarna te worden verzegeld zodat er geen
vocht kan binnendringen.
De uitsparing voor de kookplaat wordt volgens de afbeeldingen
uitgezaagd. De keramische kookplaat moet absoluut horizontaal
en op gelijke hoogte met het werkblad liggen. Eventuele spannin-
gen kunnen de glazen plaat doen breken. Controleren of de pak-
king van de kookplaat correct zit en volledig afsluit.
De keramische kookplaat wordt ofwel met clips of met plaatstrips
bevestigd.
Montagehandleiding
NL
58
Clips
De clips op de aangegeven afstanden in
de uitsparing van het werkblad inslaan.
Door de horizontale aanslag is geen aan-
passing in de hoogte nodig.
Belangrijk: de horizontale aanslag van de
clips moet vlak op het werkblad liggen
(breukgevaar vermijden).
De kookplaat volgens de afbeelding links
inzetten (a), justeren (b) en vastclipsen
(c).
Om de clips te zekeren kunnen schroeven
worden gebruikt.
Belangrijk:
Als de keramische kookplaat scheef zit of
spant, bestaat er verhoogd breukgevaar
bij de montage!
Minimumafstand tot naburige wanden
Uitfreesmaat
Buitenmaat kookplaat
Kabeldoorvoer door de achterwand
Inbouwhoogte
Plaatstrip
De kookplaat inzetten en justeren.
Onderlangs de plaatstrips met schroeven
aan de voorziene bevestigingsgaten inzet-
ten, justeren en vastzetten.
De schroeven alleen met een schroeven-
draaier met de hand vastzetten; geen
elektrische schroevendraaier gebruiken.
Bij dunne werkbladen op de juiste positie
van de plaatstrip letten.
Belangrijk:
Als de keramische kookplaat scheef zit of
spant, bestaat er verhoogd breukgevaar
bij de montage!
Minimumafstand tot naburige wanden
Uitfreesmaat
Buitenmaat kookplaat
Kabeldoorvoer door de achterwand
Inbouwhoogte
Afmetingen in mm
Montagehandleiding
NL
59
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een
erkend vakman worden uitgevoerd!
De wettelijke voorschriften en aansluitvoorwaarden van de
plaatselijke elektriciteitsmaatschappij moeten strikt worden
nageleefd.
Bij het aansluiten van het apparaat moet een installatie worden
voorzien die het mogelijk maakt het apparaat met een contact-
openingswijdte van ten minste 3 mm met alle polen van het net
te scheiden. Geschikte scheidingsinstallaties zijn LS-schake-
laars, zekeringen en contactoren.
Bij aansluiting en reparatie het apparaat met één van deze
installaties stroomloos maken.
De aardleider moet zo lang zijn dat hij bij het begeven van de
trekontlasting pas na de stroomvoerende aders van de aan-
sluitkabel met trek wordt belast.
De overtollige kabellengte moet uit de inbouwzone onder het
apparaat worden getrokken.
U moet er ook op letten dat de netspanning met de op het
typeplaatje aangegeven netspanning overeenstemt.
Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn
met onderdelen die bij het gebruik onder spanning staan.
Opgelet: Door een verkeerde aansluiting kan de vermo-
genselektronica worden vernield.
Aansluitkabel standaard aanwezig
De kookplaat is bij levering met een temperatuurbestendige
aansluitkabel uitgerust.
De aansluiting op het net wordt volgens het aansluitschema
uitgevoerd, tenzij de aansluitkabel al met een stekker is uitge-
rust.
Aansluitingsmogelijkheden
* Let op! Speciale aansluiting
220 - 240 V 3~ !
Geen aansluitkabel standaard aanwezig
Om de aansluiting uit te voeren moet het deksel van de aan-
sluitdoos aan de onderkant van het apparaat worden losge-
maakt om zo de aansluitklem te bereiken. Na de aansluiting
moet het deksel weer vastgemaakt en de aansluitleiding met
de snoerklem beveiligd worden.
De aansluitleiding moet minstens van het type H05 RR-F zijn.
Aansluitingsmogelijkheden: 5-polige aansluiting
* Let op! Speciale aansluiting
220 - 240 V 3~ !
Technische gegevens
Inbedrijfstelling
Na het inbouwen van de kookplaat en na het inschakelen van de
voedingsspanning (aansluiting op het net) vindt eerst een zelftest
van de besturing plaats en verschijnt er een service-informatie
voor de klantenservice.
Belangrijk: Bij de aansluiting op het net mogen er geen voorwer-
pen op de touch-control sensoren liggen!
Met een sponsje en wat sop even over het oppervlak van de
kookplaat vegen en vervolgens droogwrijven.
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
Afmetingen kookplaat
hoogte/ breedte/ diepte . . . . mm
52 x 600 x 520
52 x 800 x 520
Kookzones
links voor . . . . . . . . . . .Ø cm / kW
links achter . . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts achter . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts voor. . . . . . . . . .Ø cm / kW
21 - 12/ 2,2
14,5/ 1,2
18 / 1,8
14,5/ 1,2
Kookplaat
totaal . . . . . . . . . . kW 6,4
Aansluitwaarden
netspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . 380-415V 2N~, 50-60 Hz
nominale componentenspanning. . 220 - 240V
2


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Kuppersbusch EKE 8141.0 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Kuppersbusch EKE 8141.0 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,5 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Kuppersbusch EKE 8141.0

Kuppersbusch EKE 8141.0 User Manual - German - 17 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info