31
NEDERLANDS
Opgelet
Wanneer het bakproces is beëindigd, blijft de
koelfunctie van de oven werken totdat de tempe-
ratuur in de oven voldoende gedaald is.
Verlichting van de oven
Het binnenlicht van de oven gaat branden:
– Bij het openen van de ovendeur. Als de oven-
deur na een poosje niet wordt gesloten, gaat
het licht uit om het stroomverbruik te vermin-
deren.
– Als er een bakfunctie wordt gekozen. Na een
tijdje gaat het licht uit.
Als u het licht tijdens het bakproces wilt aando-
en, raakt u gewoon de ovenlichtsensor (X) aan-
doen. Als u deze sensor langdurig aanraakt, blijft
het licht gedurende het gehele bakproces bran-
den.
BELANGRIJK
Tijdens een pyrolytische reinigingscyclus gaat
het ovenlicht niet branden.
Functies van de elektronische klok
Baktijd: om gedurende de ingestelde tijd te bak-
ken. Daarna gaat de oven automatisch uit.
Eindtijd van het bakproces: om tot het ingestel-
de tijdstip te bakken. Daarna gaat de oven auto-
matisch uit.
Baktijd en eindtijd van het bakproces: om de
baktijd en de eindtijd van het bakproces te pro-
grammeren. Met deze functie gaat de oven auto-
matisch aan op het gewenste tijdstip om te bak-
ken gedurende de ingestelde tijd (baktijd).
Vervolgens gaat hij automatisch uit op het gepro-
grammeerde tijdstip (eindtijd).
Kookwekker: Geeft een geluidssignaal wanneer
de geprogrammeerde tijd verstreken is. Het
maakt hier niet uit of de oven al dan niet aan
staat.
Kinderbeveiliging: Vergrendelt de oven zodat
kleine kinderen er niet mee kunnen spelen.
De kookwekker programmeren
1 Raak enkele keren de kloksensor (X) aan tot
het symbool (X) gaat branden.
2 Selecteer met de sensoren (X) en (X) de tijd
waarna de wekker moet afgaan.
3 U hoort twee pieptonen. De resterende tijd
voordat de wekker afgaat wordt weergege-
ven en het symbool (X) knipper t traag, om
aan te geven dat de kookwekker geprogram-
meerd is.
4 Na de ingestelde tijd klinkt er een alarm en
gaat het symbool (X) sneller knipperen.
5 Raak een willekeurige sensor van het bedie-
ningspaneel aan om het alarm te stoppen.
U kunt de ingestelde tijd steeds wijzigen door
verschillende keren op de kloksensor (X) te
drukken, tot het symbool (X) knippert en ver-
volgens de sensoren (X) en (X) aan te raken. U
hoort dan twee pieptonen ter bevestiging van
de wijziging.
De baktijd programmeren
1 Raak de kloksensor (X) aan. Het symbool
(XXX gaat branden.
2 Selecteer de baktijd met de sensoren (X) en
(X) .
3 Vervolgens hoort u twee pieptonen. De res-
terende baktijd wordt weergegeven en het
symbool (XXX knippert traag om aan te
geven dat de oven automatisch zal uitgaan.
4 Selecteer een bakfunctie en -temperatuur.
5 Wanneer de baktijd verstreken is, gaat de
oven uit. Het alarm gaat af en het symbool
(XXX knippert sneller.
6 Raak een willekeurige sensor van het bedie-
ningspaneel aan om het alarm te stoppen.
U kunt de ingestelde tijd steeds wijzigen door
de kloksensor (X) en vervolgens de sensoren
(X) en (X) aan te raken. U hoort dan twee piep-
tonen ter bevestiging van de wijziging.