23
Overloopgroep programmeren
1 Druk op c.
2 Druk op /.
3 Druk op 1.
4
Toets de pincode van het basisstation in.
De standaardpincode
is 0000.
5 Druk op g.
6 Druk op ?.
7 Druk op 2.
> In display verschijnt 1 met het eerste telefoonnummer.
8 Blader met g naar het gewenste (MSN) telefoonnummer.
9
Druk op 0 t/m 9 voor het selecteren van het telefoonnummer.
> In het display verschijnen de aangemelde handsets en/of
apparaten.
10 Druk op 2 voor het wijzigen.
11 Toets de nummers in van de handsets of apparaten die tot de
eerste groep behoren.
> De ingetoetste nummers van handsets of apparaten verschij-
nen in het display.
12 Druk op / en toets de nummers in van de handset(s) of
apparaten die tot de tweede groep (overloopgroep) behoren.
13 Druk op g?2 om overige telefoonnummers aan handsets
en/of apparaten toe te wijzen en op te slaan.
14 Druk op c om de instelling op te slaan.
Oproepvertraging programmeren (aantal belsignalen)
1 Druk op c.
2 Druk op /.
3 Druk op 1.
4
Toets de pincode van het basisstation in.
De standaardpincode
is 0000.
5 Druk op g.
6 Druk op ?.
7 Druk op 6.
> In display verschijnt het eerste telefoonnummer.
8 Blader met g naar het gewenste (MSN) telefoonnummer.
9
Druk op 0 t/m 9 voor het selecteren van het telefoonnummer.
> In het display verschijnt het ingestelde aantal oproepsignalen.
10 Toets het gewenste aantal oproepsignalen 1 t/m 9 in.
11 Druk op g?6 om voor de overige telefoonnummers de
oproepvertraging toe te wijzen en op te slaan.
12 Druk op c om de instelling op te slaan.