Telefoneren: basisfuncties
. Bellen
Pak de handset op.
Druk op .
Wacht op de kiestoon.
>
Het groene controlelampje bij op de handset en het groene
controlelampje IN GEBRUIK/LADEN op het basisstation branden.
Toets het gewenste telefoonnummer in op de handset.
> Het telefoonnummer wordt gebeld.
Let op!
Als u op hebt gedrukt en u korte toonsignalen hoort, dan
bent u buiten bereik van het basisstation. Loop in de richting van
het basisstation en probeer het opnieuw.
. Gebeld worden
Gesprek aannemen met handset op basisstation
> De handset ligt op het basisstation. De telefoon gaat over.
Het groene controlelampje
IN GEBRUIK/LADEN knippert in het
ritme van het belsignaal.
Pak de handset van het basisstation.
>
U bent verbonden met uw gesprekspartner. Het groene controle-
lampje
bij op de handset en het groene controlelampje
IN GEBRUIK/LADEN op het basisstation branden continu.
Gesprek aannemen met handset naast basisstation
> De handset ligt naast het basisstation. De telefoon gaat over.
Het groene controlelampje bij op de handset en het groene
controlelampje IN GEBRUIK/LADEN op het basisstation knipperen
in het ritme van het belsignaal.
Druk op of op één van de toetsen 0-9, ? of /.
>
U bent verbonden met uw gesprekspartner. Het groene controle-
lampje
bij op de handset en het groene controlelampje
IN GEBRUIK/LADEN op het basisstation branden continu.