Praktijksituatie : het bedrijf/het gezin
Situatie: U werkt/woont met meerdere mensen in één kantoor/
huis. U wilt één gemeenschappelijk nummer waarop iedereen
gebeld kan worden. Dit nummer kunt u dan aan gemeenschap-
pelijke collega’s, vrienden of familieleden geven. U wilt echter
ook per collega of bewoner een apart nummer. Bijvoorbeeld
omdat u de kosten van het telefoneren per afdeling op de nota
gespecificeerd wilt hebben of omdat de bewoners niet alleen
gezamenlijke vrienden hebben, maar ook afzonderlijke.
Poorten en nummers toewijzen aan gebruikers: Op poort pro-
grammeert u het algemene nummer als eerste. Op de andere
poorten programmeert u op de eerste plaats de individuele
nummers en op de tweede plaats het algemene nummer (zie
tabel ).
Tabel Poorten en nummers toewijzen aan een bedrijf/gezin
Collega/gezinslid
Poort
Nummer dat u op positie programmeert
Nummer dat u op positie programmeert -
Nummer dat u op positie programmeert - - - -
Iedere gebruiker is daardoor ook apart bereikbaar: als iemand
van buiten het nummer belt, zullen alleen de toestel-
len van persoon overgaan. Bovendien is per gebruiker (dus per
poort) een indicatie van de kosten beschikbaar. Als persoon
vanaf poort naar buiten belt, zullen de kosten van dit gesprek
op de nota verschijnen onder nummer . De kosten
worden namelijk toegewezen aan het nummer dat op de eerste
positie is geprogrammeerd. Daarnaast zijn alle gebruikers op
het hoofdnummer bereikbaar: als iemand
belt, zullen alle toestellen overgaan.
Bekabeling aanleggen: Om de toestellen van de medewerkers of
gezinsleden aan te sluiten, zal vanaf poort een kabel naar kan-
toor/kamer getrokken moeten worden. Op kantoor/kamer
plaatst u een telefoonstopcontact, waarop de toestellen aange-
sloten kunnen worden. Hetzelfde doet u van poort naar kan-
toor/kamer etc.