36
5.10 Alfanumeriek bericht verzenden uit geheugen
Met de Idaho kunt u een kort bericht faxen dat u zelf typt op het letter
-
toetsenbord. U hoeft dan geen document in de documentinvoer te
plaatsen. Het alfanumerieke bericht wordt verzonden vanuit het
geheugen.
Bij het programmeren van het alfanumerieke bericht kunt u aange-
ven of het bericht naar een of meer faxnummers moet worden ver-
zonden, of het bericht op het huidige tijdstip of op een later tijdstip
moet worden verzonden en of het bericht op het voorblad moet wor-
den afgedrukt of op een lege pagina. Deze programmeringen staan
in de instructie van de vorige paragraaf uitgebreid omschreven en
zullen hieronder dus alleen kort worden aangeduid.
1 Druk op en toets vervolgens code 31 in.
> In het display verschijnt op de eerste regel
31>ZENDEN.
2 Druk op .
> In het display verschijnt
BESTEMMING.
3 Toets het gewenste faxnummer in.
4 Druk op o als u het bericht naar meer bestemmingen wilt ver-
zenden en toets vervolgens het tweede faxnummer in. U kunt
maximaal 10 faxnummers invoeren.
5 Druk als u alle faxnummers hebt ingevoerd op .
> In het display verschijnt
START TIJD met 2 tijdstippen.
6 Toets de tijd in waarop de fax moet worden verzonden.
7 Druk op .
> In het display verschijnt op de eerste regel
1 GEHEUGEN.
8 Blader met of naar 3 ALFA-TOETSENB.
9 Druk op .
> In het display verschijnt op de eerste regel 1 MET VOORBLAD.
10 U hebt 2 mogelijkheden:
– Blader met of naar
1 MET VOORBLAD als u wilt dat het
korte bericht wordt afgedrukt op het voorblad.
– Blader met of naar 2 ZONDER VOORBLAD als u wilt dat
het korte bericht wordt afgedrukt op een lege pagina.
11 Druk op .
> In het display verschijnt
VOER UW TEKST IN.
12 Toets de gewenste tekst in op het lettertoetsenbord. U kunt maxi-
maal 80 tekens invoeren. Zie voor het gebruik van het lettertoet-
senbord pagina 123.
13 Druk op .
> Als u het huidige tijdstip hebt geprogrammeerd als tijdstip voor
verzenden, wordt het alfanumerieke bericht verzonden. Als u een
later tijdstip hebt geprogrammeerd, verschijnt in het display het
eerste faxnummer waarnaar het bericht moet worden verzonden
met het geprogrammeerde tijdstip. Op het geprogrammeerde
tijdstip wordt het alfanumerieke bericht verzonden.
5.11 Opdracht in geheugen wijzigen of wissen
Zie voor het wijzigen of wissen van opdrachten in het geheugen
paragraaf 5.6.
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Menu
5 Faxberichten verzenden