Hoofdstuk 5: installatie
86
toets JKL 4 PQR 6 5 MNO
aantal maal (2x) (1x) (2x) (1x) (1x)
indrukken
resultaat
K P N (volgende (spatie)
positie)
toets 7 STU DEF 2 JKL 4 DEF 2 1 ABC 5 MNO 5 MNO
aantal maal (2x) (2x) (3x) (2x) (3x) (3x) (1x) (1x)
indrukken
resultaat
T E L E C O (volgende M
positie)
Voer met behulp van de naamtoetsen de
naam in.
Met wist u een verkeerd ingevoerd
karakter.
KPN TELECOM
4
Letters invoeren
Onder elke naamtoets schuilen enkele letters. Zo kunt u met behulp van naamtoets 2 de
letters D, E, F en het cijfer 2 intoetsen. U kunt de letters na elkaar intoetsen. Als u twee
opeenvolgende letters gebruikt die onder één naamtoets staan, bijvoorbeeld ‘DE’, dan
moet u na het intoetsen van de letter ‘D’ eerst op drukken voor u de ‘E’ kunt
intoetsen.
Voor het invoeren van een spatie drukt u tweemaal op .
Met wist u een foutief ingevoerd karakter.
Voorbeeld, invoeren van: KPN TELECOM
5
Start
Om de gegevens die u hebt ingevoerd te controleren, kunt u een overzicht afdrukken.
Hierin staan alle instellingen van de Telefax 338 op een rijtje. U drukt dit overzicht als volgt
af (zie ook pagina 88):
1 KIESCODES >
1
3
Functie
Start
54--INSTELLINGEN>
2
5 4
In het display verschijnt afwisselend:
AFDRUKKEN INSTELLINGEN.