18
19
Snel aan de slag
SNEL AAN DE SLAG
Dit hoofdstuk behandelt het voorbereiden van de camera. Ook het verwisselen van batterijen, geheu-
genkaarten en objectieven wordt hier behandeld, alsmede het gebruik van externe voedingsbronnen.
DRAAGRIEM BEVESTIGEN
Doe de riem altijd om, om te voorkomen dat de
camera op de grond valt.
Steek het eind van de riem van onderen door het
oogje (1). Bevestig de riem zo dat het uiteinde tus-
sen riem en camera komt. De zijde van de riem
waarop de clip voor de afstandsbediening zit (blz.
45) dient aan de kant van de camera te zitten waar
zich de aansluiting voor de afstandsbediening
bevindt.
Breng de rode stippen op het objectief en de camera tegen-
over elkaar. Schuif het objectief voorzichtig in de camera;
draai het met de klok mee totdat het vastklikt. Pas op dat u
het objectief niet schuin op de camera plaatst. Lukt de
bevestiging niet, kijk dan of u de rode stippen goed tegeno-
ver elkaar houdt. Gebruik nooit extra kracht bij de bevesti-
ging.
Druk de objectiefontgrendeling geheel in en draai het objec-
tief tegen de klok in totdat het stopt. Verwijder het objectief
voorzichtig.
Deze camera maakt gebruik van verwisselbare objectieven.
Op blz. 117 vindt u welke objectieven kunnen worden
gebruikt. Raak nooit het binnenwerk van de camera aan, in
het bijzonder de objectiefcontacten en de spiegel. Pas op dat
er geen stof in de camera komt.
Verwijder de bodydop van de camera en de achterdop van
het objectief.
OBJECTIEF BEVESTIGEN
OBJECTIEF VERWIJDEREN
Objectiefont-
grendeling
Herplaats meteen de objectiefdoppen en de bodydop
of plaats direct een ander objectief op de camera.
Stel het binnenwerk van de camera niet bloot aan stof
of vuil. Controleer of de bodydop schoon en stofvrij is
voordat u hem bevestigt.
Elke keer dat de camera wordt aangezet wordt het
objectief automatisch in de oneindigstand gezet, ook als
de handmatige scherpstelling actief is. Deze handeling
is noodzakelijk om goede belichtingsresultaten te krij-
gen.
Camera-info
Duw de vasthoudring naar het riem-oog om de riem
vast te zetten (3). Herhaal dit met het andere uitein-
de van de riem.
Voer het uiteinde door de vasthoudring en de
binnenzijde van de gesp en trek de riem aan (2).
Houd wat ruimte vrij zodat de riem makkelijk door
de gesp kan worden gevoerd.