1. FUNCTIEKNOP: om functies te selecteren.
2. SELECTIEKNOP BEREIDINGSTIJD om in/uit te schakelen en de duur van de bereidingscyclus in te
stellen.
3. SELECTIEKNOP THERMOSTAAT: om de temperatuur van de bereidingscyclus in te stellen.
4. LED THERMOSTAAT: gaat branden tijdens het opwarmen.
AAN/UIT
Om de oven aan te zetten moet de bereidingstijd worden ingesteld (ook als dat handmatig gebeurt).
Draai de tijdknop naar 0 om de oven uit te schakelen en op die manier een bereidingscyclus te beëindigen.
EEN BEREIDINGSCYCLUS STARTEN
• Draai de functieknop op de gewenste functie.
Zie voor een volledige beschrijving van de functies de tabel op pagina 15.
• Selecteer een bereidingstijd via de programmeerknop bereidingstijd (ook als dat handmatig gebeurt).
• Draai de thermostaatknop naar rechts naar de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje
gaat branden en gaat uit als de geselecteerde temperatuur bereikt is.
BEREIDINGSTIJD INSTELLEN
Om de bereidingstijd in te stellen de knop naar rechts draaien en op de gewenste tijdsduur zetten.
Deze keuzeknop kan gebruikt worden om een tijdsduur van de bereidingscyclus in te stellen tussen 15 en
120 minuten of de tijdsduur handmatig in te stellen. Na afloop van de ingestelde bereidingstijd wordt de
oven uitgeschakeld en de keuzeknop blijft op 0 staan.
Om de oven met de hand te bedienen, d.w.z. zonder een bereidingstijd in te stellen, moet u controleren
of de programmeerknop op het symbool staat. Om de bereidingscyclus te beëindigen, de keuzeknop
op 0 zetten.
GRILL
Om het vermogensniveau van de grill en de Turbo grillfuncties in te stellen, aan de thermostaatknop
draaien. De op het bedieningspaneel weergegeven temperatuur komt overeen met het vermogensniveau
van de grill. Er zijn 3 vermogensniveaus: laag (50-150 °C), medium (150-220 °C), hoog (220-250°C).
1 2
4
3