24
Functies en bediening van de trainingscomputer TX1/Trainingshandleiding
NL
bereiken en te behouden. Na deze 5 minuten wordt alleen nog
automatisch de snelheid gewijzigd om de doelpolsslag te
behouden. Er wordt geprobeerd de doelhartslag met een nauw-
keurigheid van +/- 4 hartslagen te behouden. Tijdens de trai-
ning kan de gebruiker de snelheid of de hellingshoek altijd nog
manueel instellen. Tijdens de training wordt vanaf de totale tijd
de tijd terug geteld, die als tijd voor de training en het uitlopen
(COOL DOWN) vastgelegd werd.
Na beëindiging van de training schakelt de computer automa-
tisch naar het cool down programma. Het cool down pro-
gramma duurt 4 minuten. In de eerste twee minuten wordt de
snelheid en de hellingshoek met 50% verlaagd. In de laatste
twee minuten wordt de snelheid nogmaals met 50% verlaagd
en de hellingshoek naar 0% verlaagd.
Om het hartcontroleprogramma te kunnen gebruiken, dient de
gebruiker een borstgordel te dragen.
1. Apparaat inschakelen.
2. Veiligheidssleutel plaatsen en de clip aan de kleding
van de gebruiker vastmaken.
3. Druk 8x op de PROGRAM toets voor H-SI = HRC
SPEED / INCLINE.
4. Druk op de ENTER toets om te bevestigen.
5. Gebruik de STEIGUNG INCLINE toetsen (+), (-) of de
SPEED toetsen (+), (-) om uw leeftijd in te geven.
6. Druk op de ENTER toets om te bevestigen.
7. Gebruik de STEIGUNG INCLINE toetsen (+), (-) of de
SPEED toetsen (+), (-) om de trainingstijd in te voeren.
8. Druk op de ENTER toets om te bevestigen.
9. Gebruik de STEIGUNG INCLINE toetsen (+), (-) of de
SPEED toetsen (+), (-) om de doelpolsslag in te voeren.
10. Druk op de ENTER toets om te bevestigen. De training
begint.
Trainingshandleiding
Het lopen is een zeer efficiënte vorm van conditietraining.
Met de loopband kunt u onafhankelijk van het weer een
gecontroleerde en gedoseerde looptraining thuis uitvoeren.
De loopband is niet alleen geschikt voor joggen, maar ook
voor gewoon lopen. Voordat u begint met trainen, dient u
onderstaande aanwijzingen zorgvuldig door te lezen!
Planning en sturing van uw looptraining
De basis voor uw trainingsplanning is uw actuele lichamelijk
conditie. Met een belastingtest kan uw huisarts uw persoon-
lijke conditie vaststellen, die als basis voor uw trainingsplan-
ning dient. Heeft u geen belastingtest gedaan, vermijd dan
in elk geval een hoge trainingsbelasting resp. overbelasting.
Let op onderstaande basisregel voor uw planning: duurtrai-
ning wordt zowel via de belastingomvang als via het bela-
stingniveau / -intensiteit gestuurd.
Richtwaardes voor een duurtraining
Belastingintensiteit
De belastingintensiteit wordt bij een duurtraining bij voor-
keur via de hartslagfrequentie gecontroleerd.
Maximale polsslag: met een maximale belasting wordt het
bereiken van een individuele maximale polsslag bedoeld.
De maximaal bereikbare polsslag is van de leeftijd afhanke-
lijk. Hier geldt de vuistregel: de maximale polsslag per
minuut is gelijk aan 220 slagen min de leeftijd.
Voorbeeld: leeftijd 50 jaar > 220 - 50 = 170 slagen/min.
Belastingpolsslag:
De optimale belastingintensiteit wordt bij 65-75% van het
individuele hartvermogen / bloedsomloopvermogen bereikt
(zie diagram).
65% = trainingsdoel vetverbranding
74% = trainingsdoel verbeterde conditie
Afhankelijk van de leeftijd verandert de waarde.
De intensiteit wordt tijdens de training met de loopband
enerzijds via de loopsnelheid en anderzijds via de hellings-
hoek van het loopvlak geregeld. Met stijgende snelheid
wordt de lichamelijke belasting verhoogd. Deze wordt ook
verhoogd als de hellingshoek groter wordt. Vermijd als
beginner een te hoog looptempo of een training met een te
grote hellingshoek van het loopvlak, omdat daarbij snel het
aanbevolen polsslagbereik overschreden kan worden. U
dient uw individueel looptempo en de hellingshoek bij het
trainen met de loopband zo te kiezen, dat u uw optimale
polsslag volgens de bovengenoemde criteria bereikt.
Controleer tijdens het lopen met behulp van uw polsslag of
(65 % van Max. pols)
(75 % van Max. pols)