20
Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
Bedieningshandleiding voor de trainingscomputer met
digitale weergave
1. Start zonder voorkennis
U kunt zonder voorkennis met de training beginnen. Op de
display worden de diverse informaties weergegeven. Voor een
efficiënte training en voor het instellen van uw persoonlijke
trainingsprogrammeringen a.u.b. deze bedieningshandleiding
doorlezen en de instructies opvolgen.
Lees ook de algemene aanwijzingen in de trainingshandleiding.
Na het inschakelen van het apparaat verschijnt de gebruiker-
weergave (U 1-4) U = USER = gebruiker.
Het is mogelijk de gegevens van 4 verschillende personen op
te slaan, die bij een volgende start opgeroepen kunnen worden.
De individuele training kan dus door 4 verschillende personen,
met hun opgeslagen gegevens, over een langere tijd uitgevoerd
worden. Met de UP / DOWN draaiknop kiest u uw gebrui-
keropslag door te draaien in de overeenkomstige richting en
bevestigt de keuze met de knop MODE.
2. Functietoetsen
START / STOP
Met deze toets start u de training zonder voorprogramme-
ringen of na het invoeren van programmeringen bijv. kiezen
van een automatisch trainingsprogramma. Nogmaals indrukken
van deze toets stopt de telfunctie van de computer. Er kunnen
instellingen gewijzigd worden, zonder dat de training onder-
broken wordt. Als vervolgens weer op START gedrukt wordt telt
de computer na de nieuwe instelling verder.
MODE
De MODE-knop is gecombineerd met de UP / DOWN
draaiknop. Door de knop MODE in te drukken, bevestigt u de
door draaien gekozen instelwaardes en functies.
Kies door kort indrukken van de MODE-knop tussen de functies
[TIME; DISTANCE, CALORIES en PULSE] zowel voor weergave
alsook voor uw persoonlijke instellingen.
DOWN / UP
De UP / DOWN draaiknop is gecombineerd met de MODE-
knop. Langzaam draaien verandert de instelwaardes staps-
gewijs. Snel draaien maakt een snelle telvolgorde van de instel-
waardes mogelijk. Door de knop MODE in te drukken, beve-
stigt u de door draaien gekozen instelwaardes en functies.
– Met de UP / DOWN draaiknop worden default-waardes
ingesteld. Daarvoor moet het apparaat zich in de STOP-positie
bevinden > symbool bovenaan links knippert.
– Tijdens de training kan met deze draaiknop het totaalpre-
statiebereik verlaagd of verhoogd worden > grafische
weergave.
– In de voorselectie wordt met UP of DOWN de gewenste
gebruikerinstelling (USER) geselecteerd.
– De trainingsprogrammakeuze (MANUAL, PROGRAM, USER
of TARGET H.R.) gebeurt ook met UP of DOWN.
DOWN Dalende instelling van default-waardes.
Door langzaam draaien van de draaiknop naar links onder
= DOWN, verlaagt u de instelwaardes van de verschillende
functies > [TIME; DISTANCE, CALORIES en PULSE]. Als u de
draaiknop snel beweegt, kan de instelwaarde in snelle telvol-
gorde bereikt worden.
UP Opwaartse instelling van default-waardes.
Door langzaam draaien van de draaiknop naar rechts boven
= UP, verhoogt u de instelwaardes van de verschillende fun-
cties > [TIME; DISTANCE, CALORIES en PULSE]. Als u de
draaiknop snel beweegt, kan de instelwaarde in snelle telvol-
gorde bereikt worden.
RESET
Door kort indrukken van de RESET-toets kunt u de diverse trai-
ningsprogramma-instellingen kiezen > bovenste balk in het
display [MANUAL, PROGRAM; USER; TARGET H.R.]. Als de
RESET-toets langere tijd ingedrukt wordt, resulteert dit in een her-
start van de computer: tijdinstelling en gebuikerkeuze (U 1-4
RECOVERY
Gebruik de RECOVERY-toets voor het activeren van de her-
stelpolsfunctie na de training.
3. Displayweergaves
Algemeen: de display bestaat uit drie weergavevelden:
1 In de bovenste regel wordt de status of de keuze van het
trainingsprogramma weergegeven en de statusweergave voor
leeftijd.
2. In het grote veld wordt de vermogenomvang grafisch weer-
gegeven (afstandprofiel en u heeft een eenvoudige oriën-
tering van de trainingsafloop. Één balksegment = gering ver-
mogen; acht balksegmenten boven elkaar = maximaal ver-
mogen. De remtrappen worden naast de balkweergave
links voor oneven (1,3,…,15) en rechts voor even (2,
4,…,16) weergegeven.
P